Het grote stelen

Toen de mensheid lang geleden nog bestond uit verzamelaars die over de aarde rondtrokken om voedsel te zoeken en onderdak was er nauwelijks sprake van bezit. Het enige bezit waren de kleding, de zelfgemaakte wapens en sieraden. Alles wat meegenomen kon worden op deze trektochten. Pas toen de mens sedentair werd en het land ging bebouwen kwamen er woningen en later steden. Toen kwamen ook de privileges die sommigen zich toe-eigenden en die door slimheid en dwang werden gecontinueerd ook door het nageslacht. Toen er eenmaal steden waren die afhankelijk waren van het boerenland voor het voedsel en van de slavenarbeid van de werkers die de steden bouwden waren er ook heersers die van dit alles profiteerden en die hun onderdanen belasting lieten betalen om zelf in weelde te kunnen leven. 

Nu lijkt het alsof het nooit anders is geweest en alsof het vanzelfsprekend is dat er een onderscheid bestaat tussen hen die bezit hebben en hen die dat niet of nauwelijks hebben en die van de hand in de mond moeten leven. Zij, zonder bezit, zijn altijd afhankelijk geweest van wat hen toeviel: aan tijdelijke werkzaamheden, afhankelijk van de gunst van anderen, of afhankelijk van de noodzaak dat er bepaalde dingen moesten komen en er dus werk geleverd moest worden om dat te bezorgen. 

In de Griekse en Romeinse oudheid en ver daarvoor en daarna was slavernij vanzelfsprekend. Gevangenen die op veldtochten waren buitgemaakt werden op slavenmarkten verkocht. Ook eeuwen later door de christenen die zo miljoenen slaven uit Afrika hebben gedeporteerd en verhandeld in de nieuwe wereld. Nederland en Engeland voorop. De zogenaamde gouden eeuw in Nederland kun je eerder een bloedeeuw noemen. Rijk geworden door het slavenbloed van anderen, van niet-mensen in een nieuwe wereld (pas) ontdekt door een zekere avonturier en zeevaarder, Columbus Een kantelpunt in de geschiedenis want opeens is Europa (en wat bekend is van Afrika en Azië) niet meer het middelpunt van de bekende wereld. Er blijkt nog veel meer te zijn op deze aarde, deze wereld: nieuw land, terra incognita.

Umberto Galimberti schrijft in zijn boek over de mythen van de moderne tijd het volgende over Columbus en deze ontdekkingen:

Door de middeleeuwen vaarwel te zeggen zorgt Columbus ervoor dat er enorm veel mensen in de nieuwe wereld gedoopt worden. Met hem begint de moderne tijd en hij brengt heel veel goud naar het Westen dat toen nog tot Europa beperkt was. Begin- en eindpunt van deze import-exportrelatie zijn met elkaar verbonden. We lezen inderdaad in Columbus’ scheepsjournaal bij 23 december 1492: ‘De Heer laat me in Zijn goedheid dit goud vinden.’(pag. 426)

Deze zinsnede is veelzeggend. Niet de nieuwe mensen, het nieuwe land, de nieuwe mogelijkheden worden hier als eerste genoemd maar het goud. Een stof die de eeuwen de reden zal zijn tot een geweldige explosie van activiteit: mijnbouw, plundering, slavernij, oorlog en geweld waarin men elkaar dit bezit betwist en waarmee eeuwenlang oorlogen in Europa en elders worden bekostigd. Het goud is een vloek, het is geen zegen. De indianen in Mexico zeiden al dat de blanken het goud zochten als varkens. In een beeldverslag uit die tijd vanuit de optiek van de verslagen Azteken wordt duidelijk hoe de Spanjaarden tekeer gingen en alles op hun zegetocht vernietigden wat tot de cultuur van de bevolking behoorde. Galimberti schrijft dan ook: 

    Met de ontdekking van Amerika ontdekte men, in de zin dat die toen in haar kwetsbaarheid aan het licht kwam, de werkelijkheid van de westerse cultuur en van het christendom dat eraan ten grondslag ligt. Beide zijn ze niet in staat de niet-westerse mens als gelijke te erkennen. De kruistochten naar het oosten hadden deze waarheid al aan het licht gebracht, maar met de ontdekking van de Nieuwe Wereld werd deze waarheid onbetwistbaar. Dat is tegenwoordig nog steeds zo, als het waar is dat paus Johannes Paulus II bij zijn bezoek aan Peru een brief kreeg van een groep vertegenwoordigers van etnische indianen, waaronder Ramiro Reynaga van de Kechua: 

Wij indianen van de Andes en van Amerika hebben besloten te profiteren van het bezoek van Johannes Paulus II en hem zijn bijbel terug te geven, omdat die ons in vijf eeuwen geen liefde, geen vrede en geen rechtvaardigheid heeft gebracht. Alstublieft, neem uw bijbel mee en geef hem aan de onderdrukkers, want zij hebben meer dan wij de morele geboden die erin staan nodig. Met de komst van Christoffel Columbus is Amerika opgezadeld met een cultuur, een taal, een religie en met waarden die in Europa thuishoorden.(pag. 426)

Slavernij, de ander mens zien als minderwaardig en dus als bezit, eigendom dat kan worden uitgebuit en desnoods vernietigd als het nutteloos is geworden, is de basis waarop de handelaren uit West Europa hun rijkdom bouwden. En dat bezit ging telkens over in nieuwe handen: het nageslacht of als als er andere factoren in het spel waren zoals pest, oorlog, faillissement etc in de handen van anderen. Het goud bleef behouden. Het veranderde niet van karakter. Het werd hoogstens verwerkt in sieraden en ornamenten maar tenslotte was er zoveel goud verzameld dat het in baren kon worden opgeslagen achter dikke zware kluisdeuren. 

In feite zou je kunnen zeggen dat het niet accepteren van de andere en vreemde mens aan de basis ligt van het grote stelen: zilvervloten op weg naar Europa, naar de hoven van de vorsten die ervan paleizen en kerken lieten bouwen, die tot op de dag van vandaag te bezichtigen zijn. De ander zien als ‘vreemd’, als ‘niet eigen’ en het gedrag dat daaruit voortvloeit is heden ten dage nauwelijks anders. Galimberti beschrijft dit zo:

Minder bekend en dramatisch veel verontrustender is voor Ernesto Balducci het feit dat Columbus bij het ochtendgloren van 12 oktober 1492 de eerste inheemsen ontmoette op het kleine Caribische eiland dat hij San Salvador doopte, en dat de mens zichzelf ontmoette en zichzelf niet herkende. In dit falen ligt de betekenis van deze grandioze en tragische gebeurtenis.

    Deze ontmoeting faalde door de etnocentrische geconditioneerdheid waardoor Europeanen bij ‘mens’ denken aan de westerse mens, en ook door de overheersingstheologie die zich verschuilt achter de valse naam van verlossingstheologie. Maar de ontmoeting faalde vooral door de culturele kwaliteit van de inheemsen. Zij verwarden als gevolg van hun religieuze verbeelding de conquistadores met de goden die van een lange ballingschap terugkeerden. Een en ander zorgde ervoor dat de Europeaan in een indiaan een ‘slaaf’ zag en de indiaan in een Europeaan een ‘god’. Niemand herkende de mens in de ontmoeting met een mens, omdat niemand de diversiteit en het anders-zijn kon aanvaarden als waarden. (pag. 427)

Veel landen in Afrika, maar ook Azië en Latijns Amerika, dragen nog altijd de gevolgen van een koloniale politiek en praktijk. Het kolonialistisch denken is echter niet voorbij. Alleen zijn de uitbuiters uit veel Westerse landen nu vervangen door Russische en Chinese profiteurs. De kijk op die landen als wingewest is nauwelijks veranderd. Samenspannend met corrupte politici in die landen maken grote firma’s miljoenen winsten waarvan het geld niet terugvloeit naar het land en de bevolking maar direct in de tassen van de onderneming, de eigenaren (en in feite de aandeelhouders) en de directie die vorstelijk wordt beloond met bonussen want ze hebben ‘hard’ gewerkt (gestolen). Galimberti laat zien dat in het Europa van vandaag weinig is geleerd van deze periode van ontdekkingen en diefstal. Hij zegt:

    We zouden niet stilstaan bij deze overwegingen als het heden ze ons niet met zoveel dramatiek weer zou presenteren in het Europa van vandaag. Daar blijft de ander onverbiddelijk een ander die moet worden ontweken, gemeden, of zelfs bestreden. Dit profiel van de ontdekking van de Nieuwe Wereld zoals Amerika toen werd genoemd, is niet de herinnering aan een verleden waar we ons van hebben geëmancipeerd, maar de dramatische ontdekking van een heden, van een vreselijk heden dat we nog niet achter ons hebben gelaten. Net als voor Columbus geldt ook voor ons: de anderen, dat zijn wij niet, of als wij het toch zijn, dan zijn zij niet gelijk aan ons. Net als Columbus zoeken wij als we ons tot de anderen wenden niet de mens, maar in ieder geval goud. Zowel het gele goud dat in centrale banken wordt bewaard, als het zwarte dat onze toekomst zo dramatisch onzeker maakt. 

En hij stelt ook ten aanzien van de menselijke waarden waar Europa zich zo op beroemt: 

    Columbus vertrok uit Europa toen men in Europa de humanitas van de antieken weer had ontdekt en het humanisme hoogtij vierde. God weet wat men toen werkelijk dacht als men ‘mens’ zei: de ontmoeting met een mens die nauwelijks verschilt van de westerse mens leidde immers al meteen tot slachtpartijen en slavernij.(pag 427)

Europa presenteert zich als bewaker van de mensenrechten en al veel langer als hoeder van de beschaving. Maar de bewoners van de ontdekte en gekolonialiseerde landen hebben hierin nooit een stem in gekregen en over hun hoofden heen werd en wordt de wereld bestuurd en onderworpen aan de wetten van de rijken. De macht in de Verenigde Naties wordt nog altijd bepaald door een aantal landen met vetorecht, een anachronisme in deze tijd. Maar dat geeft aan dat de economie en de van ouds overgeërfde economische macht gebaseerd op het koloniale verleden en aangevuld met de technische macht, nog steeds de belangrijkste waarde is. Niet vrijheid, niet democratie, niet een menswaardig bestaan voor iedereen. Geld is macht, kennis is macht, en macht corrumpeert. De medemens is of een vriend van de zaak of het is een vreemde, een buitenstaander, of een lastpost die ook iets wil en dus een vijand. Zeker als die vreemde, en zeker de arme vreemde, ook aanspraak maakt op bezit, op welvaart, op een goed leven en een einde aan de moderne slavernij en diefstal op grote schaal.

Nu we niet meer alleen in een materiële wereld leven maar ook in een virtuele is de blikrichting, zo lijkt het, aan het verschuiven. Niet alleen maar goud, grondstoffen, edelmetalen, zeldzame grondstoffen en voedsel en water zijn een bron van rijkdom en welvaart, tenminste als de winsten eerlijk worden verdeeld. In de virtuele wereld begint nu alles om het verzamelen van data te draaien. Met de opkomst van AI worden de data verzameld als het nieuwe goud met dezelfde slinkse methoden als waarmee de Spanjaarden de Azteken het goud afhandig maakten. Omdat iedereen virtueel aangesloten is op het netwerk en dus afhankelijk is van de mogelijkheden en beperkingen die dit biedt, is iedereen in feite een nieuwe ‘slaaf’. Niet alleen een slaaf als consument, dat was hij al veel langer sinds de opkomst van de industriële revolutie en de verspreiding van goederen. De baan en daarmee inkomsten om te kunnen leven, is het touw waarmee elke consument gebonden is aan deze maatschappij van produceren en consumeren. 

Maar een nieuw soort touw, namelijk een virtueel touwtje, een internetverbinding, een draadloos contact, maakt van deze nieuwe slaaf een gewillig instrument in de handen van de bedrijven die de werkelijkheid in een nieuw jasje aanbieden: we zien en we lezen wat ons wordt voorgeschoteld, vaak grotendeels geprogrammeerd door niet transparante algoritmen. En die zijn weer in handen van rücksichtsloze uitbuiters die het alles eraan gelegen is om zoveel mogelijk datagoud binnen te halen. Vrijheid, privacy, relicten uit een verleden want data gaan boven alles. Diefstal dus.

En de consument die nu ook internet-slaaf en verslaafde is en content produceert, leeft van de views van de volgers en verwart het aantal views met de mate aan geluk dat bereikbaar is. Tragisch als je zo je leven afstemt op volgsucces. Tragisch ook als je als president van een groot land nergens anders mee bezig bent. Anonimiteit is opeens een zegen geworden maar slechts weinigen lijken dat nog te begrijpen. 

Het oude goud, tastbaar en blinkend, heeft ook een virtuele dubbelganger gekregen in de vorm van bitcoins en andere mogelijkheden om virtueel handel te drijven en bezit te vergaren. Afhankelijk van het geloof erin door de volgers en kopers. Nepgoud dus. Niet meer tastbaar en als de stroom uitvalt of als de boel gehackt wordt, zo goed als waardeloos. Net als ‘kunst’ die verhandelt wordt als NFT*. Maar wat heb je dan in handen en welke vorm van rijkdom is dit eigenlijk? En als je later doodgaat, hoe geef je het door? Als de hype voorbij is wat dan? Of in het ergste geval, als de wereld in een dystopie is veranderd omdat de atoomoorlog is uitgebroken is elke vorm van bezit, goud, materieel en digitaal in een klap waardeloos. Dan is het grote stelen, de uitbuiting, voorbij en is de prijs betaald voor al deze diefstal vergezeld van onmenselijkheid die al eeuwen duurt. 

Maar het valt te hopen dat het niet zo zal eindigen en dat een meer eerlijke verdeling van de rijkdom voorkomt dat we uiteindelijk mekaar de koppen inslaan. Dat we mogen leren de ander te zien als medemens en niet als concurrent en als vreemde vijand. Het is niet alleen aan de politici om doordrongen te zijn van dit besef. Het zijn vooral ook de burgers die moeten snappen dat de kloof tussen arm en rijk de echte oorzaak is van alle geweld in deze wereld. En dat je je niet moet laten ringeloren door de sprookjes van de tech-bazen en anderen die aan de touwtjes trekken om de wereld naar hun hand en hun portemonnee te zetten.

John Hacking 26 september 


bronnen:

Galimberti, Umberto, Mythen van onze tijd. De mens in het tijdperk van vooruitgang en techniek, Amsterdam 2011 (Ambo)

Braun, Karl (Hrsg.), “Sie suchen nach dem Gold wie Schweine”. Die Eroberung Mexiko-Tenochtitlans aus indianischer Sicht. Zusammengestellt und bearbeitet nach Bildern und Texten von Bernardino de Sahagún, Tübingen 1982, (As-Verlag)

* Een NFT is een Non-Fungible Token: een niet- inwisselbaar, onvervangbaar digitaal eigendomscertificaat. Dit certificaat kun je digitaal creëren en koppelen aan een digitaal object (zoals een afbeelding) en dat registreer je vervolgens in een blockchain (een openbare database). Deze registratie is daarnaast ook gekoppeld aan jouw eigen digitale cryptoportemonnee. Omdat je in deze digitale portemonnee een digitale sleutel hebt (die hoort bij die specifieke NFT) kun je bewijzen dat de NFT jouw eigendom is. De rest van de wereld kan ook zien dat jij de eigenaar bent omdat de registratie van je NFT in de openbare blockchain staat. Mensen kunnen dat zien, maar niemand kan die registratie wijzigen. Bron: https://jarnoduursma.nl/blog/wat-is-nft/