De toekomst van de mens is ongewis. Nu Artificial Intelligence (AI) aan een opmars bezig is en miljarden geïnvesteerd worden in deze nieuwe ontwikkelingen zijn er kansen maar dreigen er ook gevaren.
Aan Chat GPT vroeg ik: “vertaal in het Nederlands uit het Latijn: homo ludens en homo videns”. Chat GPT gaf een antwoord en vroeg: “Laat me weten als je ook een diepere interpretatie wilt van deze begrippen!”Natuurlijk wilde ik dat wel. ChatGPT zei, ik citeer:
Zeker, hier volgt een diepere interpretatie van homo ludens en homo videns, inclusief hun oorsprong, betekenis en filosofische of culturele implicaties:
Homo Ludens – De spelende mens
Oorsprong:
Term geïntroduceerd door de Nederlandse historicus Johan Huizinga in zijn boek Homo Ludens (1938).
Huizinga stelt dat spel niet zomaar ontspanning of tijdverdrijf is, maar een wezenlijk element van menselijke cultuur en beschaving.
Diepere betekenis:
Volgens Huizinga ontstaat cultuur in en door spel: rechtspraak, oorlog, kunst, religie en wetenschap hebben allemaal speelse elementen in hun oorsprong.
Spel is een vrijwillige activiteit, begrensd in tijd en ruimte, met eigen regels en structuren.
Spel ligt aan de basis van creativiteit, verbeeldingskracht en sociale orde.
Culturele implicatie:
In een tijd waarin productie, efficiëntie en utiliteit centraal staan, herinnert Homo ludens ons eraan dat de mens ook speelt om zichzelf uit te drukken, betekenis te creëren en gemeenschap op te bouwen.
Spel kan ook worden gezien als een vorm van verzet tegen de rationalisering van de wereld.
Homo Videns – De kijkende mens
Oorsprong:
Term gepopulariseerd door de Italiaanse denker Giovanni Sartori in zijn boek Homo Videns: Televisione e post-pensiero (1997).
Sartori beschrijft een transformatie van de mens: van een denkende, lezende mens (homo sapiens) naar een kijkende, beeld-georiënteerde mens.
Diepere betekenis:
De homo videns is iemand die de wereld hoofdzakelijk begrijpt via beelden in plaats van taal of concepten.
Beelden zijn direct, emotioneel en vaak oppervlakkig, terwijl taal abstract en logisch is.
Deze verschuiving leidt volgens Sartori tot verarming van het kritische denkvermogen.
Culturele implicatie:
In het tijdperk van televisie, sociale media en constante visuele prikkels wordt de mens passiever, minder in staat tot abstract denken en diepere reflectie.
Sartori waarschuwt voor een “post-denkende” samenleving waarin de mening belangrijker is dan kennis en waarin de waarheid wordt ondergesneeuwd door visuele manipulatie.

Tot zover Chat GPT. De snelheid waarmee deze antwoorden gegeven worden is verbazingwekkend en in de toekomst zal het nog veel sneller gaan. Misschien komt er wel een chip in je hoofd waarmee deze antwoorden meteen bovenkomen als je over deze vragen nadenkt en een antwoord wilt op bepaalde kwesties. Maar denk ja dan nog zelf? Is het wel denken als jeortdurend vragen stelt en antwoorden ontvangt? En wat doe je met die antwoorden en en waar komen de vragen vandaan? En hoe maak je de combinaties en pas je de antwoorden toe? Kan je hoofd dat wel aan? Je hersenen die waarschijnlijk niet ingesteld zijn op hypersnelheid en het overspoeld worden met informatie?
Als je (passief) je afhankelijk maakt van de ‘AI’ antwoorden op al je vragen, hoe neem je dan de werkelijkheid nog waar? Ben je dan al lang niet meer dan een onderdeel van een serie algoritmen en kunnen de algoritmen ontwerpers je dan niet zomaar verstrikken in hun kijk op de werkelijkheid?
Natuurlijk vindt dat al plaats bij de verspreiding van nep-nieuws, politieke beïnvloedingscampagnes, reclame, en ik vermoed ook in de wetenschap en journalistiek want er bestaat geen enkele vorm van communicatie die volledig objectief kan zijn omdat objectiviteit NIET bestaat. Elke vorm van kennen en informatie is gekoppeld aan de bron ervan en heeft een doelstelling met het oog op iets dat ook weer afhankelijk is van de zender en de vraagsteller. Een mens is niet en kan nooit objectief zijn. Er is altijd een perspectief en een verzameling met elkaar verbonden perspectieven en dus is er sprake van een mix aan betekenisvelden. “Waarden-vrij” vrij van elke vorm van waarde, dus eigenlijk van betekenis, bestaat dus niet. Daarom zijn we mens en bekijken we de wereld en de werkelijkheid waarin we verkeren, – existeren, bestaan, – als mens. Niet als aap, niet als mier, niet als koe of als plant.
Het begrip ‘kijken’ is al bij uitstek een menselijk begrip, gekleurd door menselijke zelfverstaan en begrijpen van de werkelijkheid. Als we een onderscheid kunnen maken tussen homo ludens en homo videns dan kijken we met een speciale bril naar het ‘kijken’ van de mens naar de werkelijkheid. Kijken als begrip verengen tot alleen waarnemen met de ogen is in deze niet aan de orde. Kijken naar de werkelijkheid doe je in feite vooral met je hoofd en met alle andere organen die je ter beschikking staan. Een danser ‘kijkt’ bijvoorbeeld ook met zijn lichaam en verkent zo de ruimte waarin hij/zij zich bevindt en waarin wordt bewogen. Alsof de trilhaartjes op de huid aanvoelen en vooruit-tasten wat er kan en wat niet zoals bij sommige andere dieren. Dit is een ietwat vergezocht voorbeeld maar ik wil alleen maar zeggen dat ‘kijken’ op heel veel manieren kan.

Hoe kijkt de computer, hoe kijkt het computerprogramma Chat GPT? Het kijkt niet. Het rekent. Het taalmodel dat gevoed is met ontelbare hoeveelheid tekens, combineert en verzamelt, herkent en geeft weer, en doet alsof het ‘denkt’, ‘kijkt’, ‘antwoordt’ en sommigen trappen daarin als ze in dit programma een baken vinden voor hun eenzaamheid en hun liefdesverdriet of wat dan ook. Getroost worden, antwoorden ontvangen die nooit je tegenspreken, die altijd bevestigen, jouw je comfort geven maar geen uitdaging. Die bevestigen wat je bent en zegt maar nooit je aanzetten tot nadenken over jezelf zoals een vreemde dat kan doen. Een ander mens, een onbekende, een vreemde die door zijn verschijning, gedrag en spreken vraagtekens zet bij jou? Bij je levensstijl bijvoorbeeld. Je uitnodigt om zelf vragen te stellen naar de vanzelfsprekendheid van jouw opvattingen en jouw gedrag. Een mens uit een ander continent op de vlucht voor oorlog en geweld, komend uit de armoede en het dagelijks overleven – en nu hier bij ons in propvolle asc’s omdat politici te beroerd zijn om humane opvang te regelen en het geld dat hier in overvloed is eerlijker te verdelen. De confrontatie van onze absurde rijkdom met de bittere armoede van 2/3 van de wereld. Denken we nou echt dat dit voort blijft duren? Dat we alle rijkdom en bezit alleen maar voor onszelf kunnen houden? En wat op grote schaal geldt, op wereldniveau werkt ook zo in het klein, in ons kleine kikkerlandje. De rijkdom is ongelijk verdeeld en de politici die dat weigeren te erkennen en er naar handelen zijn deel van het probleem. Ze trekken veel stemvolk maar met boosheid en emotie kun je geen land besturen. Het wordt alleen maar chaos en velen voelen zich dan gesterkt (want ze worden aangemoedigd) om de straat op te gaan om elke vluchteling of iemand die niet in hun wereldbeeld past (moslim – lhtbq etc.) te bedreigen.
Rechts-extreem beïnvloede mannen (en vrouwen) roepen vergezeld van vuurwerk en geweld dat Nederland voor de Nederlanders is. (Alsof de leugendracula met verhullend kapsel zo Nederlands is met zijn indonesische wortels). Met argumenten komen ze niet, een dialoog kunnen ze niet aangaan, hun opvatting van wat een Nederlander dan is, hoor ik niet tijdens het rellen en de agressieve protestacties zijn in feite een vorm van terreur en dus terroristisch want ze beogen de structuren van deze samenleving te ondermijnen. Waarom arresteert de overheid niet alle deelnemers en legt hun identiteit vast. Bij grote maar ook bij kleine protesten. Waarschijnlijk gebeurt dat al maar dan vooral bij de protesten tegen onrecht (Gaza), tegen de macht van de fossiele industrie, tegen de milieuvervuiling en voor de redding van het klimaat. Allemaal gericht op de toekomst en niet op het verleden (van een nazi-staat waar een dictator de macht uitoefent en het volk moet buigen). Eenmaal vastgelegd op camera en in dossiers ben je voorgoed opgeslokt in het web van de spin en maakt degene die de macht uitoefent gebruik hiervan (op willekeurige wijze zo lijkt het misschien). Wie er dan aan de macht is bepaalt je toekomst en je mogelijkheden. In China voor heel veel burgers al lang een feit.
‘AI’ lijkt misschien onschuldig, het zoveel mogelijk verzamelen van gegevens (zogenaamd voor trainingsdoeleinden wat een eufemisme is voor ongebreideld verzamelen en toepassen), al die gegevens kunnen worden ingezet en toegepast in nieuwe combinaties en geselecteerd door nieuwe algoritmen met nieuwe doelstellingen waar jij niks over te zeggen hebt. Al je uitingen via sociale media (Whatsapp, Facebook, Instagram, Tik Tok, X en vele andere, nu nog op een paar uitzonderingen na – maar dat kun je ook niet controleren) worden door ‘AI’ NIET meer vergeten en voor ‘eeuwig’ bewaard en opgeslagen en dus in principe terug vindbaar. ‘Eeuwig’ is natuurlijk een eufemisme, maar het kan wel erg lang duren…en tot ver in de toekomst kun je hierdoor en je nageslacht getekend worden. ‘AI’ als toegang en verzameling van een ontelbaar aantal onuitwisbare tatoeages.

Umberto Galimberti schreef 15 jaar geleden over de mythes van onze moderne tijd. Daarin onderzoekt hij ook de mythe van de intelligentie. De ontwikkelingen op computergebied gaan razendsnel. ‘AI’ was er toen nog niet in die mate, en ook de invloed van sociale media en het internet stond nog aan het begin evenals de invloed van de smart-phones en de vele apps om toe te passen. (Hoe zal het over tien jaar hiermee staan? Zitten we dan meer vastverbonden met de apparatuur die ons omgeeft en die we meedragen of wordt het echt een soort chip in ons lichaam?)
Galimberti citeert Gardner die over de toekomst van onze intelligentie heeft nagedacht en vraagt wat we eigenlijk nodig hebben aan intelligentie in de toekomst. Hij beschrijft en onderscheidt vijf vormen, ik citeer:
Naar de mening van Gardner zal in de toekomst de veelzijdigheid van de vijf vormen van intelligentie vereist zijn. Om te beginnen de disciplinaire intelligentie. Deze ontwikkelt zich in de eerste tien levensjaren, door de heldere boodschappen die kinderen in staat stellen het verschil te leren tussen goed en fout, werkelijkheid en fantasie, abstract en concreet. Dat gaat samen met een goede basisschool die in staat is het kind de codes te leren begrijpen van de wereld waarin het leeft. Geen aansporing dus tot spontaniteit en expressieve vrijheid, want kinderen komen juist uit die wereld. Het is hun taak om alles wat hun rechterhersenhelft aan beelden en fantasieën produceert onder controle te krijgen en de linkerhersenhelft, waar de rede zetelt, te trainen.
Op deze basis moet de synthetische intelligentie zich vormen. Deze kan informatie uit verschillende bronnen samenvoegen om een eenheidssynthese tot stand te brengen. Veel nuttiger dan de ‘opstelletjes’ van de basisschool en de ‘werkstukken’ van de middelbare school, waar de kinderen alles opschrijven wat hun voor de geest komt, is de ‘schriftelijke samenvatting’ van een pagina in een paar regels, of van tien pagina s in één pagina die hardop moeten worden herhaald om een goed inzicht te krijgen in de samenhang van verbanden en betekenissen. Zonder synthese komt er namelijk geen intelligentie.
Als de discipline en de capaciteit tot synthetiseren zijn verworven, komt het trainen van de creatieve intelligentie. Niet door te herhalen wat de leraar heeft uitgelegd zoals bij overhoringen op school, maar door vragen te stellen die gewoon en onverwacht zijn in de culturele context waaruit onze handelingen voortkomen. Het doel is aanzetten tot het vinden van volkomen nieuwe antwoorden in de hoop op een complete kanteling van de termen waarin het probleem oorspronkelijk werd geformuleerd.
De creatieve intelligentie is niet tegengesteld aan de disciplinaire intelligentie, omdat je zonder discipline niet tot creativiteit komt maar blijft hangen in het kinderstadium van de spontaniteit. Wennen aan onverwachte oplossingen maakt de creatieve intelligentie ontvankelijk voor de respectvolle intelligentie. Deze is niet bang en verschanst zich niet voor het verschil, voor het anders-zijn. Dit geestesvermogen draagt het stem pel van de Verlichting en is essentieel in een geglobaliseerde wereld. Cultuur en ervaring opdoen zijn het werkterrein en daar ligt precies het ‘relativisme’ dat zozeer wordt tegengewerkt door de houding van religieuze mensen en mensen die denken dat geloof de bron van alle kennis is. Zonder een relativerende mentaliteit is er geen ‘tolerantie’, die immers niet zozeer bestaat uit het laten leven en het niet tegenwerken van wie anders is dan wij, maar uit het overwegen van de mogelijkheid dat wie een andere cultuur heeft en een andere religie aanhangt, een variant van de waarheid kan hebben die superieur is aan de onze. Zonder deze geesteshouding is geen enkele dialoog mogelijk, hoeveel ontmoetingen er ook zijn en hoeveel goede wil er ook wordt geïnvesteerd.
Tot slot moet de ethische intelligentie worden gestimuleerd. Deze
verwijst niet uitsluitend naar de ‘principes’ van het eigen geweten of erger nog, naar de beperkte wereld van eigenbelang, maar houdt zich bezig met de eisen van de samenleving. Ze ziet bijvoorbeeld af van ‘gewetensbezwaren’, want een geweten dat alleen maar met zijn eigen overtuigingen bezig is en geen maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt, is geen ‘goed geweten’. Een dergelijk geweten verleent zichzelf ontheffing om zich het lot van allen aan te trekken en is dus te beperkt om als basisprincipe te dienen voor beslissingen. (Pag. 107-108)

In de praktijk maken we natuurlijk geen onderscheid tussen deze vormen van intelligentie en gebruiken we alles door elkaar heen, of beter, is onze manier van denken en onze intelligentie een amalgaam van invloeden, toepassingen en verwerking van indrukken en betekenissen. Maar of we willen of niet, met de toenemende toepassing van ‘AI’ in en op ons dagelijks leven gaan we hoe dan ook de kant op van meer controle, meer gehoord en gezien worden ook al willen we dat niet en hechten we aan onze vrijheid. Galimberti citeert deze korte tekst:
De koning zag met lede ogen dat zijn zoon de straten waar toezicht was verliet en rondzwierf door het land om zich een oordeel over de wereld te vormen. Daarom gaf de koning zijn zoon een koets met paarden.
‘Nu hoef je niet meer te voet te gaan: waren zijn woorden.
Nu mag je niet meer te voet gaan: was de betekenis van zijn woorden,
Nu kun je niet meer te voet gaan, was effect van zijn woorden. (Pag. 260)
In onze tijd kun je dit op veel manieren opnieuw vertalen: de rijke tech-reuzen/producenten geven hun consumenten een speeltje in handen (homo ludens) zodat het spelen ook een kijken wordt (homo videns) en vooral een kijken waarin je niet meer zoveel hoeft na te denken want dat geeft heel veel comfort en amusement (een moderne vorm van brood en spelen). Nu hoef je niet alles meer te weten en zelf uit te zoeken. Nu mag je alleen vinden wat zij (de rijken) je voorschotelen. Nu kun je alleen nog vrij zijn in de wereld die zij je voorspiegelen en die zij je voorhouden als de ‘enige’ ware werkelijkheid.
Dat betekent zoals Galimberti stelt in de mythes van de moderne techniek, ik citeer:
Blootgesteld worden, niet aan de wereld, maar aan een visie op de wereld of digitaal zijn’, zoals Nicholas Negroponte zegt, brengt enkele filosofische problemen met zich mee: het snijdt diep in onze manier van ervaring opdoen, en dat mag absoluut niet worden verwaarloosd. De wereld kan onbegrijpelijk worden door een overdosis aan informatie en de mens kan zijn meest waardevolle eigenschap verliezen, namelijk het vermogen om ervaring op te doen. We zijn namelijk niet even almachtig als de middelen waarover we beschikken. En die almachtige middelen zullen niet in staat zijn om miljoenen eenzamen tot communiceren te brengen, noch om alle eenzamen die juist door deze communicatiemiddelen niet meer in staat zijn ervaringen te delen, tot bewoners van een gemeenschappelijke wereld te maken. (Pag. 261)
De computer, de smartphone en wat al niet meer is geen panacee voor alle problemen die in ons leven opdoemen, geen antwoordbaak voor alle vragen die we stellen, en geen comfort-leverancier voor alle pijn en verdriet die we ervaren. Daarnaast gaan we onvermoeibaar door met het uitputten van de aarde door de winning van grondstoffen, het vernietigen van het regenwoud, de atmosfeer en de oceanen, het volstoppen met satellieten van de schil om de aarde, de uitstoot van CO2 en methaan door onze chemische/technische en agrarische industrie, het verzieken van de bodem en de lichamen van mens en dier (en planten) met pesticiden, Pfas en andere vergiften. Een gebed zonder einde, zo lijkt het wel.

Onze menselijke intelligentie lijkt groot te zijn maar er zit een factor aan, of beter gezegd een vorm van tekortkoming, waarbij de uitkomst van ons handelen zich tegen ons keert. Galimberti spreekt over de “sequentiële intelligentie, de intelligentie die we gebruiken om te lezen, een rigoureuze en rigide volgorde nodig waarmee de op een lijn geplaatste grafische tekens worden onderscheiden en geanalyseerd. Op sequentiële intelligentie-rust min of meer het complete erfgoed aan kennis van de westerse mens. Dit type intelligentie leek tot voor kort een definitieve verworvenheid van de mensheid, maar het is tegenwoordig in crisis vanwege de terugkeer van de simultane intelligentie die beter past bij het beeld dan bij het alfabet.” (Pag. 264)
Nu 15 jaar later is de simultane intelligentie waarschijnlijk overheersend bij de consumenten van TikTok, You Tube en alle andere beeldbemiddelaars. De homo videns heeft de homo legens (de lezende mens) ingehaald en in veel gevallen overtroffen met alle consequenties voor de toepassing van de sequentiële intelligentie. Als daar ook nog bij komt dat talrijke boeken verboden worden voor de ‘tere’ kinderzieltjes zoals in de VS waar ‘bezorgde actiegroepen van hypocriete ‘moeders’ (want christelijk en rechts-extreem en racistisch en wapen-liefhebbers) en andere rechts-extreme censoren bibliotheken onder druk zetten om boeken te verwijderen, dan belooft dat voor de toekomst niet veel goeds.
Het zijn allemaal stapjes in de richting van een samenleving waarin het vrije woord en de vrijheid zelf steeds meer op het spel komen te staan en waarin we ons overleveren aan de eerste en beste gek die de meest fantastische beloningen belooft maar die ons intussen door onze verslaving tot slaaf maakt in zijn systeem. En er bovendien stinkend rijk van wordt en met die rijkdom niets anders weet te doen dan corrupte politici om te kopen en abjecte rechts-extremistische groepen/partijen te ondersteunen. Ziehier het gezicht van het facisme dat in naam van nationalisme en wat al niet meer voor onzin zoals America First, uit is op macht en nog eens macht. Met de gevolgen die we al talloze keren hebben meegemaakt in onze geschiedenis. Over leren van onze fouten gesproken. De leugendracula van de Partij voor Verdraaiing rekent zich alvast rijk want zijn leugengif heeft inmiddels veel hoofden van onze Tweede Kamer leden en daarbuiten besmet en vergiftigd. Het tegengif ligt klaar: medemenselijkheid en barmhartigheid in gedrag – niet alleen met de mond beleden. En niet bang zijn want angstige mensen maken de dictatuur juist mogelijk.
Sterkte met een keuze tijdens de verkiezingen binnenkort. Het is niet alles goud wat blinkt….
John Hacking
1 oktober 2025
Bron:
Galimberti, Umberto, Mythen van onze tijd. De mens in het tijdperk van vooruitgang en techniek, Amsterdam 2011 (Ambo)
