“Op een dag maakt een woord je wakker, het wekt je, het neemt je mee, het bevraagt je en verleidt je.
Op een dag bots je op een raadsel met een exotische klank, dat je zin geeft om woordenboeken open te slaan, woordstammen op te zoeken, je studies Grieks en Latijn weer op te nemen.
Op een dag blijk je vertrokken te zijn op de vleugels van enkele letters die je, al weet je niet waarom uitnodigen om te reizen, die je motiveren, je in beweging zetten, je dynamiek geven en je zin geven om te onderzoeken, te lezen en je laten binnentreden in de dans van de betekenis, met kans op een nieuw begrip van de wereld.
Op een dag komt de zon op en de ochtendwind brengt je een woord als een venster, een woord als een deur, dat de zon, de smaak van zand en woestijn, het ritme van een rivier en het ruisen van het graan, de diepte van een herinnering en ook de onrust laat binnenkomen.
Op een dag zingt een letter voor je ogen en vertelt over de vriendschap, de glimlach, het ploegwerk, de velden, de bliksem, het licht en het breken, het lachen, de vreugde van het denken, de wil om een brug over te steken, naar de andere kant te gaan, op ontdekking naar alles, naar niets, gewoon wandelen en schrijven ook.
Op een dag word je verrast door een zin die je meeneemt op een cruise, die je archeologiseert, die je ijsbankt, je noordpoolt en je zigzagt. Je wordt filosoof, gevoelig en vrolijk, aandachtig en ernstiger.
Op een dag is er een woord dat, een zin die je verandert en je hebt maar een zorg, dit ongehoorde en onverwachte delen, vertellen, duidelijk maken, laten resoneren.”
…
“En dus begin je te schrijven, te avonturieren, rond te tasten, uit te vinden, jezelf uit te vinden, je af te wenden, te riskeren, te vallen, op te staan, nog eens te vallen, vragen te stellen, te luisteren en je besluit vooral, zoals ik rabbi Nachman liet zeggen, door een apocrief citaat in het leven te roepen, ‘om niet je weg te vragen aan iemand die hem kent, want dan zou je niet meer kunnen verdwalen’!”
Uit: Marc-Alain Ouaknin, ¿, God en de kunst van het vissen, Tielt 2016 (Lannoo)
Verleiding: wakker gekust worden door een woord, een zin, een gedachte of een beeld. Dan ga je op weg. Je begint een reis. Nieuwe perspectieven, nieuwe wegen openen zich in je leven. De horizon is telkens weer anders en nooit kom je aan op je eindpunt. Je levensreis heeft definitief begonnen. Thuiskomen, dat wil zeggen, terugvallen in het vertrouwde, bekende, veilig gewaande, is er even niet meer bij. Je bent geestelijk op reis en geen enkele definitie, geen enkele definitieve omschrijving kan je meer binden. Je hebt je gevangenis waar elke dag alles hetzelfde was, is en blijft, voorgoed verlaten. Alle betekenissen gaan schuiven, ze blijven niet op hun plaats. Alle algemeenheden, het waren altijd al leugens, die geen recht doen aan het bijzondere, het particuliere, gelden niet meer. Alles is telkens weer nieuw; nieuwe plaatsen, nieuwe tijden, nieuwe omschrijvingen, nieuwe metaforen, nieuwe inzichten en telkens weer nieuwe, nieuwe, nieuwe vragen. Teveel vragen om antwoorden op te geven en antwoorden lokken steeds weer nieuwe vragen uit. Dat is ‘semiose’, voortdurend verschuivende betekenissen die worden toegekend en die veranderen, zich verdiepen, vervluchtigen, die met je op hol gaan en die je doen verdwalen. Dat is goed, verdwalen is prima, want dan roest je niet vast, raak je niet verworteld in betekenissen die je uiteindelijk niet verder kunnen helpen en die als een harnas je bloedsomloop en je vrije gedachten afknellen. Dat kan nooit goed zijn voor je leven. Voor je geest en voor je geestelijke vrijheid.
In elk van ons schuilt misschien een kleine dichter, schrijver, filosoof, avonturier. Misschien ook niet. Het hoeft ook niet. Maar het kan. Het zou kunnen. Ook schrijven heeft niet zoveel om het lijf want als je eenmaal bent begonnen, vloeien de woorden en de zinnen vanzelf uit je pen of je toetsenbord. Als je diep moet na gaan denken over wat je wel allemaal niet op papier of je beeldscherm wilt brengen gaat het meestal niet zo soepel. Ergens moet je een knopje durven omzetten en je gedachten laten vloeien, je beelden die opkomen laten spreken, je associaties bovenlaten borrelen en vastleggen in woorden. Dan zul je merken dat er vanzelf iets verschijnt waar je misschien tevreden mee bent, en als dat niet zo is, pas je het weer aan. Het hoeft niet meteen perfect te zijn. Het gaat ook om de oefening zelf, het doen, het laten gebeuren. Dwalen, ronddwalen heeft iets ontspannend, er hoeft niet meteen een leven op het spel te staan, een fataal einde omdat je geen voedsel, geen water vindt. Dwalen in de woestijn, dwalen op papier, is niet hetzelfde. Je weg moeten vinden om te overleven of je weg ontdekken als je eenmaal vertrokken bent is niet gelijk. Verdwalen om te ontdekken, om nieuwe perspectieven in je leven te ervaren is iets anders dan verdwalen in een groot en donker bos met enge mensen verslindende beesten. Dat heeft ook niets meer met de verleiding van een woord, een zin, een beeld te maken. Hoewel alle mooie en interessante sprookjes wel over deze thema’s handelen. Maar sprookjes worden geen werkelijkheid en virtueel kun je wel behoorlijk verzeild raken in een gebeuren maar als de stroom uitvalt of de knop omgaat, ben je weer thuis. Einde oefening.
Als je als kind al veel naar verhalen hebt geluisterd, en daarna gelezen, zelf aan de slag bent gegaan met teksten die je aanspraken, dan is het zaad gezaaid. Dan is er een leven mogelijk waarin verleiding door lezen en kijken voortdurend een appel op je kan doen. Fernando Pessoa zei het al: “lezen wil zeggen, door een vreemde hand dromen”. Die droom is elke dag mogelijk. Boeken, teksten, beelden genoeg om je door te laten verleiden. Je kunt er alleen maar bij winnen: vooral vrijheid en ruimte.
John Hacking
13 juni 2017