Goede voornemens?!

God=Christus=brood

Volgens de katholieke leer komt tijdens de eucharistie een proces opgang waardoor het brood lichaam van Christus wordt. Het lichaam van Christus is in deze vorm van logica ook God omdat Christus, de Messias, de gezalfde, de historische persoon Jezus van Nazareth die deze titels draagt, de Zoon van God wordt genoemd en aan God gelijk wordt gesteld. Hoe dat precies zit blijft een mysterie waarin men met het begrip drie-eenheid, God, Zoon en Geest, een theologische weg probeert te banen tot een nader verstaan.

Eigenlijk is het begrip logica hier niet op zijn plaats. Vanuit theologische optiek gezien gaat de werkelijkheid van God de menselijke logica te boven en valt God niet te vangen binnen deze logica. Maar ik vermoed toch dat de theologische dimensie waarvan hier sprake is niet duidt op een presentis realis maar op een presentis symbollicon. Allereerst is het een taalspel. Vervolgens leidt dit taalspel tot assumpties en opvattingen. Om dan vervolgens te beweren dat de opvattingen over de elementen of werkelijkheden die met deze namen aangeduid worden corresponderen met werkelijk aanwijsbare en onvervreemdbare realiteiten gaat volgens mij een stap te ver. De echt onbekende partner in dit verbond blijft God. Vanuit de woorden van Jezus krijgen we een beeld en een gedachtegoed over God aangereikt en worden ook suggesties gedaan over de gestalte en vorm van het brood dat als herinnering kan en mag worden gedeeld met elkaar. Jezus en zijn opvattingen vormen dus samen de middenterm, het kernmoment waar vanuit we iets kunnen zeggen over God en brood. Maar ook woorden van Jezus zijn niet als absolute waarheid verkrijgbaar zonder bemiddeling. Zij zijn als onze hele verwoorde werkelijkheid deel van een taalspel. En dan hebben we nog het teken = wat kan duiden op gelijkstelling, overeenkomst, identiteit, en wat al niet meer. Maar was is =? Het is een symbool, het verwijst, het is een afgeleide. Het is een manier van zeggen dat twee dingen gelijk zijn aan elkaar. Maar het betekent niet dat het daarmee ook waar is want waar is het toetsmoment? Waar de empirische bevestiging? Misschien is God=Christus=brood wel een theologische kortsluiting. Maar laten we ons nu een keer niet hierdoor elektrocuteren maar erdoor inspireren.

Als we naar de positie van Christus kijken, de Messias als aanduiding voor de persoon van Jezus van Nazareth dan betekent dat meerdere dingen. Als gezalfde Gods, als beelddrager van God en vervuller van Gods woord werpt hij licht op wie en wat God kan zijn, op Gods werkzaamheid. Jezus bouwt op en vertrouwt op God. Dat is zijn basis. Het is weliswaar zijn invulling maar er zijn geen andere invullingen dan de eigen invulling. Zo heeft ieder zijn eigen wijze van leven en van verstaan. Dat hoort bij het mens-zijn, dat is een wezenlijk en onvervreemdbaar onderdeel ervan. Ik ben die ik ben, mijn opvattingen zijn de mijne. Misschien niet uniek, maar dat is een ander thema. De weg van Jezus is zijn weg, zijn leven, zijn woorden en daden. In die zin bezit hij een zekere uniciteit. God is in deze zijn fundament waarop hij verder bouwt, God is zijn verleden. Daarnaast verwijst Jezus naar zijn wezen als brood voor de mensen. Brood zijn voor elkaar wordt de opdracht voor zijn volgelingen. Doe dit om mij te herdenken: delen van brood met elkaar als jullie bijeen zijn in mijn naam. Dat is niet alleen een mooie symboliek maar ook een existentiële. Omdat wij niet zonder brood kunnen, brood is levensnoodzakelijk (bij wijze van spreken). Brood verwijst dus ook naar de toekomst. Brood willen zijn voor elkaar, voor de tijden die nog komen gaan. In de visie van de Duitse filosoof Frans Rosenzweig komen in Jezus verleden en toekomst bij elkaar. Als Jezus openbaring is van God door zijn getuigenis, werpt deze openbaring licht op het fundament ervan, God en op de vervolg ervan, brood. In de woorden van Rosenzweig wordt vanuit deze openbaring licht geworpen op schepping en op verlossing. Al met al drie theologische categorieën die zo inhoud krijgen. Schepping ligt dus in God, God is de oorsprong, verlossing ligt in ons handelen als we brood voor elkaar willen en kunnen zijn. Werken in en aan de wereld, met en voor elkaar is onze verantwoordelijkheid. Geïnspireerd door en gevoed en gedragen door woorden en daden van Jezus van Nazareth, Gods gezalfde, de wegwijzer.

Als wij een andere drieslag, geloof, liefde en hoop hierop toepassen kunnen we hetzelfde zeggen. Geloof is de basis, vertrouwen op God, het fundament. Hoop is de verwachting en de kracht om te werken voor morgen, het vooruitsnellen van de verwachting naar een betere wereld, en liefde houdt beide polen bij elkaar. Liefde bouwt op geloof, op vertrouwen en liefde doet zonder te weten of het goed komt. Liefde leeft van vertrouwen en van hoop. Liefde is de middenterm. Liefde om niet. Liefde die niets terug verwacht. Liefde die leeft van de teleurstelling, dat houdt haar bij krachten en geeft haar moed. Dat laat zien dat liefde echt, waar is, als zij volhoudt ondanks de teleurstelling en het mislukken ervan. Rosenzweig heeft dit uitvoering beschreven als het keurmerk, het waarheidsgehalte van de liefde. Liefde die zich laat ontmoedigen is geen echte liefde maar een vorm van winstbejag en van resultaatgerichtheid. Echte liefde geeft en geeft en groeit. In die zin is liefde ook een mooi symbool voor de openbaring van God, van de openbaring van God ook in Jezus van Nazareth.

Wat zien we als we de teksten bekijken die spreken over het contact van God met de mens? Mozes bijvoorbeeld? Dan zien we dat er een gesprek ontstaat, een serieus nemen van de mens vanuit de kant van God. En God roept op, als tegenbeweging, tot een adequaat antwoord van de mens. Bij de braamstruik: schoenen uitdoen, respect betonen, en vervolgens gezonden worden om namens God te spreken en te handelen. Dat is in een notendop de samenvatting van een ontmoeting met God, een ervaring van openbaring. Jezus voegt daaraan toe dat hij God ervaart als een Vader die zorg draagt voor zijn kinderen. Maar een vader is geen goedmoedige sul die alles maar goed vindt wat zijn kinderen doen. Een vader zet mede de lijnen uit. Hij geeft structuur aan. In de woorden van Jezus is deze structuur de Thora. Je daartoe verhouden, ernaar handelen, de vertaling maken naar je leven dat is openbaring actualiseren. Dat is wat Jezus gedurende zijn hele leven liet zien en wat hij waar maakte. Samengevat: bouwen en vertrouwen op God en stem zijn van God door brood te zijn voor elkaar, dat in de geest van Jezus. Dan is zijn Geest onder ons.

John Hacking

8 januari 2013