“In de wezenlijke strijd daarentegen zet elk der strijdende partijen de ander aan tot zelfhandhaving van zijn wezen. Maar zelfhandhaving van het wezen is nooit het stug vasthouden aan een toevallige stand van zaken, maar het zich overgeven aan de verborgen oorspronkelijkheid van de herkomst van het eigen zijn.” Heidegger geciteerd in: http://www.tjarcoduinstra.nl/2014/11/15/verwoest-huis-op-noord-2014/#comment-30
Wat is het wezen van een “wezen”? Bijvoorbeeld van een mens, een ding, een voorwerp, een gebeurtenis, een tijdsgewricht, een samenleving, een kosmische constellatie, een levend of een dood object? Zo kan ik nog een tijdje doorvragen en opsommen. Maar kom ik dan dichter bij een antwoord? Heidegger die boven wordt geciteerd spreekt over een overgave aan de eigen oorspronkelijkheid die weliswaar verborgen is maar die toch ook getuigenis aflegt van de herkomst van wie je bent. Waar kom je vandaan en wat kleurt die herkomst en daarmee je wezen? Waarover hebben we het dan, over welke herkomst, welk wezen, welk verleden, welk effect?
Ik heb het gevoel dat we steeds verder wegzakken in een moeras van begrippen als we deze ‘wezens-vraag’ stellen, de vraag naar het wezen der dingen. Kan ik mijn herkomst kennen, weten, heb ik er weet van? Ik vermoed van niet, zeker niet tot in het allereerste begin toen ik nog bestond in de vorm van embryo. Die kennis heb ik niet en zal ik waarschijnlijk ook nooit echt verkrijgen om de simpele reden dat het orgaan waarmee ik kennis opdoe toen nog niet zo ontwikkeld is als de situatie waarin ik hier nu gebruik van maak. Mijn kennis is dus hersenafhankelijk, biologisch gesproken. Dat wil zeggen afhankelijk van de stand van zaken van mijn lichaam. Wat is dan die verborgen oorspronkelijkheid van de herkomst van mijn eigen zijn? Ik vermoed dat Heidegger geen onzin uitkraamt, maar zijn wijze van duiden en benoemen voert ons niet echt verder als je wat meer helderheid en duidelijkheid zou willen. Het is hier niet de plaats om een verdere studie van de opmerkingen van Heidegger te maken over het wezen maar wat ik wil vasthouden is de opmerking dat grenzen en grenservaringen kunnen leiden, in de situatie van strijd bijvoorbeeld, tot verdieping van het eigen wezen, verkenning van je eigen oorspronkelijkheid. Simpel gezegd: de grens werpt je terug op jezelf.
De confrontatie met je grens, of als iemand aan jouw gedrag grenzen stelt, je oproept om te strijden, om je terrein te verdedigen, dat wat je bent en wat je hebt, dan kun je daar niet meer onderuit. Dan moet je met je billen bloot om het maar een populair te zeggen. Dan is het vechten of sterven (of je laten afslachten als de tegenstander dit in de zin heeft.) Hier klinkt mee, zo vermoed ik, dat de oorlog of wat erop lijkt, de moeder is van alle zelfbevestiging. In the struggle for life, the survival of the fittest, ontdek je pas je ware aard. Kom je erachter waarin je geaard bent, geworteld, gevestigd. Dat betekent dus dat je als het ware moet worden uitgedaagd, uit je tent gelokt om wat dieper door te dringen in wie je zelf bent. Maar is dit zonder strijd dan niet of minder goed mogelijk? Moet je perse worden uitgedaagd?
In het leven kom je tot de ontdekking dat je relaties en ook de persoon die je bent getekend zijn door verhoudingen. Die verhouding kleuren je opvattingen, bepalen je ervaringen en geven als het ware een patroon aan je leven. De liefde van je ouders als kind geeft je bijvoorbeeld een basis om op te staan en te vertrouwen. Natuurlijk binnen bepaalde condities, niet altijd en overal. Ook het beeld dat je van jezelf hebt ontwikkeld en dat voortdurend kan veranderen is gebaseerd op ervaringen met anderen, op ervaringen van hoe je zelf hebt gereageerd en op basis van gekende en ongekende verlangens die je gedrag mede sturen. Als dan toch al getekend bent door die verhoudingen in wisselende constellaties wil dat uiteindelijk zeggen dat je te allen tijde een vorm van je verhouden tot moet ontwikkelen: de bereidheid om je te verhouden, om je hiervan bewust te zijn, wat er ook op je pad komt. Een groot verlies, je moet (je kunt niet anders, hoe graag je ook niet zou willen) je ertoe verhouden en leren omgaan hiermee. Dat kost tijd en vooral veel moeite en veel doorzettingsvermogen en goede moed. Vaak voelt het niet goed, wil je liever weglopen. Maar vluchten kan niet want de verhoudingen die je hebt ervaren kleuren je leven en je bent geen eenling op deze wereld.
Dat is ook een vorm van grenservaring: de schok in je vertrouwde relaties, als iemand wegvalt bijvoorbeeld. Je moet je niet alleen ertoe verhouden, je ontdekt ook wie je zelf ten diepste bent, als je dit proces bewust durft aan te gaan. Dat is weer wat anders dan oorlog en strijd als grenservaring van de bovenstaande zin. Je ingeweven zijn in het leven van anderen en zij in jouw leven, en het zelfbeeld dat je hebt ontwikkeld zijn feitelijkheden die mede je oorsprong kleuren. Want je oorsprong ligt niet buiten jezelf maar is misschien wel het amalgaam van al je opgedane ervaringen en je reflectie daarop. Zo kom je toch nog een klein stukje dichterbij je wezen. Dat is toch mooi winst, lijkt me.
John Hacking
14 april 2015
Hallo John, ik heb mijn artikel onlangs herschreven en een interpretatie gegeven op Heideggers formule. Ik kom vervolgens op het begrip ‘inter-esse’. Ik geef het aan je door, omdat het weer een wending geeft aan jouw ‘grenservaring.’ Groet, Tjarco
LikeLike
Veel dank Tjarco
LikeLike