Samen rouwen

months

Samen rouwen

Afgelopen dinsdag was laatste bijeenkomst van de rouwgroep voor studenten die dit voorjaar was gestart. Zeven bijeenkomsten met tranen, verdriet, emoties, grappen, humor en lachen. Onderlinge pesterijtjes en doorvragen naar ervaringen en beleving lieten zien dat de deelnemers aan de groep elkaar gevonden hebben. Dat was al vanaf de eerste bijeenkomst zo. Na zeven keer had men zelfs het gevoel het stadium van ‘ervaringsdeskundige’ in rouw en rouwverwerking te hebben bereikt. Een deelnemer vroeg zelfs gekscherend of we geen diploma hadden met daarop de aantekening: rouwgroep met goed resultaat doorstaan. Iemand anders wilde met de hele groep de volgende bijeenkomsten voor een nieuwe groep nogmaals meemaken. Velen hadden het gevoel om verder met elkaar te gaan na deze bijeenkomsten. Een lijst met thema’s ligt paraat.

De eerste en de laatste keer zijn meestal zware bijeenkomsten. De eerste keer vertel je jouw verhaal en luister je naar het verhaal van de anderen. Acht, negen verhalen op een avond valt niet mee. De meesten zijn dan ook ontzettend moe als de bijeenkomst voorbij is. De laatste keer is er een van delen: geschreven brieven aan hun dierbare overledene worden voorgelezen en er wordt op gereageerd. Vaak is er veel herkenning. Vaak is duidelijk geworden hoe de deelnemer door de bijeenkomsten is gegroeid. Gegroeid in het toelaten en onder ogen zien van het verdriet. Veel studenten hebben inmiddels begrepen dat het wegstoppen ervan nergens toe leidt. Je draagt het verdriet en je verlies met je mee. Een omslag vindt plaats als je dit verdriet ook wilt leren dragen, dat je ervoor wilt gaan. Dan kan het weer langzaam bergop gaan, weg uit het dal, uit de put waar soms geen einde aan lijkt te komen.

De laatste avond is er ook een van cadeautjes uitdelen aan de andere leden van de groep. Deze keer hadden twee studenten een doos gemaakt – een overlevingsdoos waarin de anderen ook iets in konden stoppen. Dat voor het geval als je het weer moeilijk had. Dan kon je de doos openen en daaruit een beetje troost putten. De dozen waren de laatste avond snel vol met presentjes van de andere leden van de groep. Woorden op papier samen delen en cadeaus, een mooie combinatie. De presentjes zijn een blijvende reminder aan de groep en aan de processen die daar plaats vonden.

De andere bijeenkomsten dragen allemaal een thema dat als handleiding dient, een soort reminder om mee aan de slag te gaan. Hoe reageert je omgeving, je vrienden, je familie op je verdriet. Je medestudenten en de netwerken waarin je bent opgenomen? Wat doet je goed? Waar knap je van af? Waar erger je je aan? Allemaal vragen die een rol kunnen spelen en die dat ook doen. Er is ook een creatieve avond waarin de handen uit klei iets maken waar de geest vol van is. Daar komen ook soms verrassende objecten uit. De duiding ervan ook door de andere leden van de groep levert soms nieuwe inzichten op:  “Zo had ik het nog niet bekeken…”

Er is een ook opdracht om een tijdje in stilte buiten te wandelen en dan datgene wat het meeste pijn doet boven te laten komen. Daarna kan, als je wil, dat worden gedeeld. Soms blijkt dan dat ervaringen van langer geleden, soms heel lang geleden, toch nog heel veel pijn doen. Dan weet je dat hier huiswerk ligt. Namelijk dat je af en toe hiermee aan de slag moet en dat negeren niet werkt.  Huiswerk is er ook bij elke bijeenkomst. Dat zijn altijd aandachtoefeningen. Let eens op wat je deze week nodig hebt, wat je pijn doet, wat je goed doet, geef je wel aan jezelf dat wat je echt nodig hebt? Neem je genoeg tijd voor jezelf of hol je van de ene naar de andere afspraak? Een avond in de week vrij maken voor jezelf en voor je verdriet kan je al enorm helpen om je verdriet een plek te geven.

Bijzonder en soms een extra complicerende factor is de relatie met de gezinsleden waaruit je komt. Als net die ouder wegvalt waar je de beste band mee had, of als je vader of moeder in jouw ogen veel te snel begint met het zoeken naar een nieuwe partner. Je relatie met je broers en zussen, of als die er niet zijn, met je enige overgebleven ouder, het kunnen punten van zorg zijn want niet elke relatie verloopt harmonisch. Vaak zit het verdriet om de relatie met je ouder je in de weg bij het verdriet om het verlies van de ander. Dan heb je dubbel verdriet.

Verdriet is in die zin een rare gewaarwording. Je kunt het niet vastpinnen op één gevoel, niet op één emotie. Vaak is er ambivalentie in het spel: houden van betekent ook soms je eenzaam voelen omdat de ander je te weinig hoort of ziet. Je kunt zelf van iemand houden en toch tekort schieten in het tonen van die liefde. Soms durf je niet, ben je bang om afgewezen te worden, soms denk je ‘laat de ander maar eerst over de brug komen’. Soms is het dan lang wachten.

Verdriet om een dierbare die je aan de dood bent kwijtgeraakt is vaak een bodemloze put. Jij houdt veel van de ander, maar de ander kan niet meer antwoorden, niet meer zijn of haar liefde tonen. Alles wat je niet hebt gezegd, bijvoorbeeld in het ziekteproces vooraf aan een dood, kan dan zwaar gaan wegen in de tijd na de dood. Schuldgevoelens, gevoelens van tekortschieten, falen, egoïsme soms, (vooral in eigen ogen), andere dingen belangrijker vinden, niet durven, de confrontatie niet aandurven, niet durven praten over een naderende dood, een ziekte die slecht kan aflopen, het zijn even zovele voorbeelden van situaties waarover later veel wroeging kan ontstaan. Ook dat zit je verdriet dan in de weg en kom je niet tot de kern van je verdriet omdat al die andere gevoelens daarvoor zitten. Ze vormen een soort van barrière waardoor je niet bij de diepere lagen van je pijn komt, ze weerhouden je van acceptatie dat je jouw pijn moet gaan leren dragen. Eerst wil je dit allemaal uit de weg hebben geruimd, maar er is niemand meer die je kan vergeven, die tegen je kan zeggen, ik houd heel veel van je, ondanks alles wat er is gebeurd.

Een thema op de avonden gaat over identiteit. Ben je nog dezelfde gebleven of ben je door je verdriet en door de pijn die je meemaakt verandert, en hoe dan? Dat is geen makkelijke vraag. Velen geven aan niet meer zo blij en onbezorgd in het leven te staan. Er is een donkere wolk boven hen komen te hangen, een wolk die je niet zo maar even weg kunt blazen. Een drukkend gevoel zoals op een warme lauwe zomeravond zonder zuchtje wind. Je moet het maar zien uit te houden en weet niet of er zo direct of morgen een frisse bries opsteekt. Maar zoals een noodweer, donder en bliksem en hevige regenbuien dan verkoeling kunnen brengen, opluchting, zo kan een hevige huilbui, een erop los ‘brullen’ van pijn en verdriet je opluchting, lucht bezorgen. Een stukje van de steen die op je drukt kan dan van je hart vallen. Je voelt je wat beter, vrijer, iets minder zwaar. Maar daaraan toegeven is niet gemakkelijk. Soms dreigt ook het gevaar, en dat kun je voelen, dat je het idee hebt dat het dan niet meer ophoudt. Dat je maar door en door zult blijven huilen. Dat laatste komt echter alleen maar voor als je te lang de druk op de ketel hebt gehouden, te lang je verdriet hebt onderdrukt, weggestopt. Dan is het als een vulkaanuitbarsting: alles wat diep in je zat spuit er dan met geweld uit. Daar is dan geen houden aan. Daarom is het soms beter gedoceerd aan je verdriet toe te geven, door het soms heel bewust op te zoeken. Dan neem jij de eerste stap en laat je zien dat je het aandurft. En als je het aandurft kun je het ook aan. Je bent sterk genoeg, krachtig genoeg om de pijn te leren dragen en het verdriet een plek in je leven te geven. Maar je moet het wel eerst doen. Je moet wel de eerste stap durven zetten.

Soms is daarvoor nodig dat je echt tot op de bodem moet durven gaan. En als je het zelf niet bewust doet  overkomt je dan soms. Dieper kun je dan niet zinken, niet dieper vallen. Dan is de pijn die je voelt absoluut. Heel je lichaam kan pijn doen, je geest, je ziel lijdt. Er is geen troost. Geen verlichting. Maar op dat punt kom je ook voor de keuze staan: dragen of er aan onderdoor gaan. Dan is er het erop of eronder. Jaren geleden had een deelnemer heel bewust die keuze gemaakt: toen beide ouders redelijk kort na elkaar overleden. In het diepste punt van zijn verdriet besloot hij toch te blijven leven en het verdriet en de pijn te leren dragen. Dat was een moedige stap maar ook een stap die hem in zijn verdere leven veel zal brengen. Hij heeft de dood van zijn dierbaren overwonnen door zelf voor het leven, zijn leven te kiezen, met verdriet en met pijn. De weg omhoog was ingezet. In de rouwgroep van toen heeft hij hierover verteld en dat maakte heel veel indruk. Het zijn ervaringen die je nooit meer vergeet. Ervaringen ook die voor anderen een leidraad kunnen zijn, een spiegel voor het eigen verdriet. Daarom geloof ik in de kracht van iedereen, in het weerstandsvermogen dat eigen is aan elk mens. Het leven in jou, de liefde in jou, zijn krachten die veel verder reiken dan je met je verstand kunt begrijpen. Alles wat je ontving aan liefde kan je dragen. Alles wat je geeft aan liefde kan je verder helpen. Soms is een enkel woord genoeg, soms een gebaar, een blik, een hand op je schouder. De dierbare die je hebt verloren zou een gat in de lucht springen als je eenmaal besluit je verdriet te leren dragen. Zo zet je ook de liefde voort die je ontving. Je tranen, gestolde, vloeibare liefde, je pijnscheuten, liefde die pijn doet, die je tot diep in je binnenste raakt en verwondt.

Ook in de mystieke ervaringen wordt hier soms over gesproken. De liefde kan soms zo heftig zijn dat zij pijn doet. Dat wil ik graag geloven. Ik zie het ook bij groot verdriet. Als je alleen maar negatief wilt kijken, alleen maar weg wilt vluchten, dan doe je ook tekort aan deze liefde. Deze pijnlijke liefde, die grote geweld tegen jou. Maar het is geen echt geweld tégen jou, maar het is een effect van de liefde die je had en die je nu kwijt bent. Tenminste dat denk je. Je bent haar niet kwijt, die liefde, nee, ze is in de gedaante van pijn en verdriet tot je gekomen en nu moet je daar mee handelen. Dat is een inzicht dat meestal pas na lange tijd en na veel worstelen binnenkomt. Maar als je dit eenmaal hebt mogen ervaren, word je erdoor gedragen en heb je al je verdriet en pijn geaccepteerd als deel van jezelf en van je nieuwe leven. Dan is er ook weer ruimte voor nieuwe ervaringen en voor nieuwe liefdesrelaties met anderen die om je geven en waar jij om geeft. Een nieuwe horizon ligt voor je open en de zwarte wolken zijn voorbij getrokken. Een nieuwe dag.

Samen rouwen, samen delen, samen ervaren hoe het is om verdrietig te zijn, erover te praten, herkenning en erkenning te vinden, zijn goud waard. Elk jaar starten er twee groepen voor studenten in de Studentenkerk in Nijmegen en een groep voor medewerkers. Wees welkom als je studeert of werkt aan de Radboud Universiteit of Hogeschool Arnhem Nijmegen.

 

John Hacking

Nijmegen 2 juni 2017

months