Zichzelf zijn, worden en blijven

Als je wakker wordt kan de wereld anders zijn. Soms heb je tijd nodig om te ontdekken wie je bent, of je nog dezelfde bent zoals je herinnering dat aanreikt. Deze divergentie tussen een nieuwe ervaring in de ochtend, een nieuwe dag en het amalgaam van je herinnering wordt door Paul Valéry prachtig verwoord:


Warum kann ich den Augenblick nicht hinauszögern, da ich zu mir komme, nicht säumen im umfassenden Zustand? Warum sollte ich diesen Morgen gerade mich wählen? Was zwingt mich, meine Freuden und meine Leiden wieder an mich zu nehmen? Und wenn ich nun meinen Namen, meine Wahrheiten, meine Gewohnheiten, meine Ketten wieder fahrenließe gleich Traumen der Nacht – wie einer, der verschwinden und ein neuer Mensch werden will, am Ufer des Meers sorgfältig seine Kleider und Papiere zurücklässt? Werde ich nicht jetzt von den Träumen belehrt, vom Erwachen ermahnt? Und der Sommermorgen, ist er nicht der Augenblick, nicht der gebieterische Rat, ein anderer zu werden? Der Schlaf hat das Spiel durcheinandergebracht, die Karten gemischt; und die Träume haben alles vermengt, alles van neuem in Frage gestellt .. .
Das Erwachen kennt eine Zeit der Geburt, der Geburt aller Dinge, bevor irgendeines entsteht. Da ist eine Nacktheit, ehe man sich wieder ankleidet. Paul Valéry (pag. 53)

Wakker worden is dus als het ware een nieuw geboren worden. Een nieuwe dag en nieuwe kansen. Buiten rijdt een grote vrachtauto met reclame rond: a new day, new opportunities. Het is een reclame voor een bedrijf dat beddegoed van het ziekenhuis wast. Ook dat moet vernieuwd, gewassen, gestreken worden opdat het opnieuw gebruikt kan worden. Misschien is de nacht wel een wasbeurt voor ons geheugen, de oude, pijnlijke dingen even verzacht, verlicht, verminderd. En dan de ochtend, het gladstrijken ervan, nachtmerries opschrijven, vertellen, mooie dromen, vreemde dromen even vasthouden en doorgeven. Of zo snel mogelijk proberen te vergeten door je te richten op de alledaagse dingen. Dan breekt de dag weer aan en ben jij jezelf weer. De plicht roept, de wekker heeft je teruggebracht tot je dagelijks bestaan.


Maar tegenwoordig is de wereld anders: je dagelijks bestaan is veranderd – 100 jaar geleden was het definitief anders. Waarom? Omdat de digitale instrumenten zoals computer en telefoon je leven nu kleuren. Had je toen je werk, je hobby, je bezigheden voor lichaam en geest, afgerond met een nachtelijk moment van slapen, nu heb je de 24 uurs economie, het voortdurend ‘on-line’ kunnen zijn, voortdurend eigenlijk weg van jezelf. Ben je nu nog jezelf, kun je nog jezelf blijven met deze druk op je geest en op je lichaam? Het verlangen alles te willen bijhouden, te willen zien, meemaken? Wat de effecten van de ontwikkelingen van de laatste 10 jaar zijn op dit gebied is nog niet bekend. We zullen het zien. Slaapproblemen hebben velen, studenten klagen over drukte in hun hoofd en in hun geest. Moeheid hoort bij het bestaan, zo lijkt het. Is er ooit nog iemand echt uitgerust? Voldaan uitgerust in onze maatsschappij van hollen en jagen, van zelf opgelegde druk om te presteren, om te schitteren?


Paul Valéry schrijft in zijn korte aantekeningen over wie je als mens wilt en kunt zijn. Wie ben je als persoonlijkheid en wat is dat dan, persoonlijkheid? Valéry leefde in een tijd waarin er nog geen computer was, nog geen virtuele werkelijkheid zoals die nu ons leven bepaalt. Maar toch heeft hij een idee over de vorming van de persoonlijkheid en de krachten die daarop werken. Hij schrijft over de kunstenaar, de grote kunstenaar die niet ten onder gaat aan uiterlijke invloeden het volgende:


Was man an Können in seiner Kunst erwirbt, verliert man an »Persönlichkeit« – zunächst . . . Jeder Zuwachs von außen wird mit einer Einbüße am (ursprünglichen) Selbst bezahlt.
Der Mittelmäßige findet den Weg zu seiner eigenen Natur nicht mehr; einige aber kehren zurück, bewaffnet mit Werkzeugen, die zu Organen geworden sind, und stärker denn je, ganz sie selber zu sein. Paul Valéry (pag. 34)

Integreren van uiterlijke invloed, van vakmanschap dat men kan leren door te oefenen, door technieken je eigen te maken, om op die wijze datgene waar je door gedragen wordt, zichtbaar te maken in een kunstwerk. Alleen de grote kunstenaars kunnen dit zo Valéry. Maar hoe zit het met ons? Wat doet al die uiterlijke invloed met ons? Met ons zelfbeeld? Ons zelfverstaan? Weten we nog wie we zijn, wat we kunnen, wat we willen? Je wordt virtuoos in het bedienen van je computer, je telefoon, maar wie ben je werkelijk en is dit kunnen een aanwinst voor je persoonlijkheid? En hoe zit het ermee als dingen nooit kunnen landen in je geest omdat je altijd maar actief bent, altijd afgeleid, altijd bezig met de wereld buiten jou?


De Duitse kunstenaar Anselm Kiefer heeft interessante dingen gezegd over verveling. Als kind vond hij dit verschrikkelijk maar als volwassene is het een bron van inspiratie geworden. Waarom? Omdat je in de verveling helemaal bij jezelf kunt zijn. Er is geen afleiding, geen buiten dat je bezig houdt en helemaal beheerst. Er is alleen een ik, een zelf dat bij zichzelf is en niets te doen heeft en niet weet wat het met deze tijd aanmoet. Inspiratie ontstaat in leegte, in het niets, als het ware uit het niets. Niet uit de volheid waar je de bomen in het bos niet meer ziet staan. Leeg zijn, leeg worden, wie weet wat je dit kan opleveren. Meditatie is een manier, mindfullness een andere, maar ook het kunstproject “verveel me” dat momenteel op de Radboud Universiteit vanuit de Studentenkerk en op de HAN (René Donders) loopt. Je stopt je boeken en telefoon in een kluisje en je gaat je de hele dag (stierlijk) vervelen. Niet werken, niet studeren, niet iets doen waardoor je wordt afgeleid, maar lanterfanten, rondhangen, wachten, niet weten wat te doen, en niet willen weten wat te (moeten) doen: verveling dus! Wie weet wat het je oplevert! Maar wie durft dit nog aan, deze confrontatie met de lege tijd in zichzelf en met de gedachten van zichzelf als er even helemaal niets meer hoeft? De kluisjes staan klaar in de Studentenkerk en op Kapittelweg 33 (HAN). Durf je het aan?

John Hacking
22 mei 2019

Bron:
Valery, Paul, Windsriche. Aufzeichnungen und Aphorismen. Aus dem Franszösischen von Bernhard Bösenstein, Hans Staub und Peter Szondi, Frankfurt am Main 20187, (Suhrkamp)