Het is niet de eerste keer dat ik over het lied van Jacques Brel, Ne me quitte pas, schrijf. Veel jaren geleden in een serie over rouw en verdriet kwam het al naar voren en in de rouwgroep klinkt het soms bij het begin of het einde van een sessie. Het lied handelt over liefde, een liefde die reeds langer speelt en die door de tijd wat schraal is geworden, zo lijkt het. Maar onder het oppervlak woedt het vuur en is de vulkaan niet tot rust gekomen. De zanger zingt het uit en smeekt om hem niet te verlaten. Bij het sterven van een geliefde is dat verlaten definitief en is er geen terugkeer op de schreden meer mogelijk. Naar ook dan kan het ‘verlaat me niet’ nog heel goed binnen komen en je ziel raken zodat je in tranen kunt uitbarsten. Het andere lied over het vlakke land, Le plat pays, bezingt het land van Vlaanderen, het land voor de kust waar de wind waait en de de akkers pijnigt in de winter. Ook dat is in mijn ogen een lied vol hartstocht en passie, en als je Brel dit ziet uitvoeren weet je dat hier niet een ‘would-be-artiest’ staat maar dat het hem menens is met tekst. Ik heb het werk van hem op dvd en dan kun je pas goed zien hoeveel hij zich geeft in elk lied. Ik kwam vandaag de tekst weer eens tegen omdat ik op mijn blog een hele serie gedichten en teksten heb staan die handelen over rouw en verdriet. WordPress geeft op het einde van het jaar een klein statistisch overzicht van het aantal bezoekers en bovenaan staan deze gedichten. Dat betekent dus dat veel mensen hier naar op zoek zijn en dat zij op deze wijze op de een of andere manier troost zoeken voor hun verdriet en hun verlaten zijn.
Waarom werken teksten zo, waarom kunnen ze zo werken dat ze een beetje troost kunnen schenken in een situatie die onomkeerbaar is? Wat vindt het plaats in de taal, in het beluisteren en lezen, in het opnemen van de woorden dat ze binnen kunnen komen en je emotioneel raken? Dat je troost kunt putten uit een gedicht, uit een woord, een beeld, een mooie formulering? Er is geen enkele taalwetenschappelijke studie bij mijn weten die hier echt een goede verklaring voor geeft. Maar ik kan me vergissen. Taal, luisteren en spreken benaderen vanuit de wetenschap komt meestal niet uit op het terrein van de emotie, het gevoel en vooral van de troost. Wetenschap schiet over deze ervaringen heen want ze passen niet in het kader van de studie en de instrumenten ontbreken om er iets zinnigs (dat wil zeggen ‘meetbaars’) over te zeggen. Dat is ook de makke van veel psychologie tegenwoordig. Men denkt met meten en rekenen te achterhalen wat er in een mensenleven speelt alsof emoties, verdriet, rouw, vreugde, geluk in cijfers zijn te vangen. Ik denk dat dat een illusie is en als het al zou gebeuren worden deze gegevens waarschijnlijk handig ingezet om emoties te sturen zoals klanten in een winkelstraat die omgeven worden door muziek om hun koopgedrag te stimuleren.
Wetenschap en techniek zijn dus niet de goede wegen om verlatenheid en verdriet te bestuderen als je recht wilt doen aan de persoonlijke en diepste emoties. Misschien komt er een tijd dat de menselijke ziel echt mee mag doen, echt tot zijn recht komt in een studie, maar zolang die ziel wordt ontkend zie ik niet veel licht.
De taal en vooral de taal van de dichter heeft een eigen waarheid en die waarheid kan misschien wel niet wetenschappelijk worden bewezen maar is daar niet minder waar om. Die poetische waarheid spreekt uit het gedicht en uit het lied. Waarom zouden we anders ervaren dat hier liefde,veel liefde in het spel is, als Brel zingt: verlaat me niet!? Het wordt niet aangevoerd als argument, niet bewezen, niet getoond door stellingen en berekeningen. Het wordt zichtbaar, bijna vanzelf uit de wijze waarop Brel spreekt en beelden gebruikt om zijn liefde en zijn verlatenheid uit te drukken. In mijn ogen zijn beide teksten dan ook bewijs genoeg voor het feit dat de poëzie een eigen waarheid heeft die door geen andere te vervangen is. Als je wilt kun je zo in de teksten stappen, meebeleven, meevoelen wat hier wordt verteld, getoond. Probeer dat maar eens met een wetenschappelijk verslag uit de hoek van de psychologie gebaseerd op enquêtes.
Diederik Stapel die bekend werd met frauduleuze studies in de psychologie dacht het trucje te beheersen: je koppelt wat stellingen of vragen aan uitkomsten (cijfers via enquêtes ) en klaar is kees en weer een onderzoek klaar. Dit berekend denken, (of noem het technisch) is van nul en generlei waarde als het over werkelijke emoties en ervaringen gaat van mensen. Er is geen algemene deler, geen generaliserend concluderen als het over verlatenheid, over verdriet, over rouw gaat want mensen willen niet over een kam worden geschoren en kunnen niet over een kam worden geschoren. Maar er zal nog veel water door de Maas vloeien voordat het kwartje valt en de eerste wetenschapper op zal staan en zeggen dat het zo niet verder kan. Wie weet misschien durft in 2016 wel iemand deze stoute schoenen aan te trekken.
John Hacking
30 december 2015
Jacques Brel: Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Il faut oublier
Tout peut s’oublier
Qui s’enfuit déjà
Oublier le temps
Des malentendus
Et le temps perdu
A savoir comment
Oublier ces heures
Qui tuaient parfois
A coups de pourquoi
Le coeur du bonheur
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Moi je t’offrirai
Des perles de pluie
Venues de pays
Où il ne pleut pas
Je creuserai la terre
Jusqu’après ma mort
Pour couvrir ton corps
D’or et de lumière Je ferai un domaine
Où l’amour sera roi
Où l’amour sera loi
Où tu seras reine
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Je t’inventerai
Des mots insensés
Que tu comprendras
Je te parlerai
De ces amants-là
Qui ont vu deux fois
Leurs coeurs s’embraser
Je te raconterai
L’histoire de ce roi
Mort de n’avoir pas
Pu te rencontrer
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
On a vu souvent
Rejaillir le feu
D’un ancien volcan
Qu’on croyait trop vieux
Il est paraît-il
Des terres brûlées
Donnant plus de blé
Qu’un meilleur avril
Et quand vient le soir
Pour qu’un ciel flamboie
Le rouge et le noir
Ne s’épousent-ils pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Je ne vais plus pleurer
Je ne vais plus parler
Je me cacherai là
A te regarder
Danser et sourire
Et à t’écouter
Chanter et puis rire
Laisse-moi devenir
L’ombre de ton ombre
L’ombre de ta main
L’ombre de ton chien
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Ne me quitte pas
Laat me niet alleen
Toe, vergeet de strijd
Toe, vergeet de nijd
Laat me niet alleen En die domme tijd
Vol van misverstand
Ach vergeet hem, want het was verspilde tijd
Hoe vaak hebben wij
Met een snijdend woord
Ons geluk vermoord
Kom, dat is voorbij
Laat me niet allee
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Lief, ik zoek voor jou
In het stof van de wegen
De paarlen van regen
De paarlen van dauw
Ik zal heel mijn leven
Werken zonder rust
Om jou licht en lust, goud en goed te geven
Ik sticht een gebied
Waar de liefde troont
Waar de liefde loont
Waar jouw wil geschiedt
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Ik bedenk voor jou
Woorden rood en blauw
Taal voor jou alleen
En met warme mond
Zeggen wij elkaar
Eens was er een paar
Dat zichzelf weer vond
Ook vertel ik jou
Van de koning
Die stierf van nostalgie
Hunkerend naar jou
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Want uit een vulkaan
Die was uitgeblust
Breekt zich na wat rust
Toch het vuur weer baan
En op oude grond
Ziet men vaak het graan
Heel wat hoger staan
Dan op verse grond
Het wit mint het zwart
Zwakheid mint de kracht
Daglicht mint de nacht
Mijn hart mint jouw hart
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Nee, ik huil niet meer
Nee, ik spreek niet meer
Want ik wil alleen
Horen hoe je praat
Kijken hoe je lacht
Weten hoe je zacht
Door de kamer gaat
Nee, ik vraag niet meer
Ik wil je schaduw zijn
Ik wil je voetstap zijn
Ik wil je adem zijn
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Vertaling Ernst van Altena
Jacques Brel: Je plat pays
Avec la mer du Nord pour dernier terrain vague
Et des vagues de dunes pour arrêter les vagues
Et de vagues rochers que les marées dépassent
Et qui ont à jamais le coeur à marée basse
Avec infiniment de brumes à venir
Avec le vent de l’est écoutez-le tenir
Le plat pays qui est le mien
Avec des cathédrales pour uniques montagnes
Et de noirs clochers comme mâts de cocagne
Où des diables en pierre décrochent les nuages
Avec le fil des jours pour unique voyage
Et des chemins de pluies pour unique bonsoir
Avec le vent d’ouest écoutez-le vouloir
Le plat pays qui est le mien
Avec un ciel si bas qu’un canal s’est perdu
Avec un ciel si bas qu’il fait l’humilité
Avec un ciel si gris qu’un canal s’est pendu
Avec un ciel si gris qu’il faut lui pardonner
Avec le vent du nord qui vient s’écarteler
Avec le vent du nord écoutez-le craquer
Le plat pays qui est le mien
Avec de l’Italie qui descendrait l’Escaut
Avec Frida la blonde quand elle devient Margot
Quand les fils de novembre nous reviennent en mai
Quand la plaine est fumante et tremble sous juillet
Quand le vent est au rire quand le vent est au blé
Quand le vent est au sud écoutez-le chanter
Le plat pays qui est le mien.
MIJN VLAKKE LAND
Wanneer de Noordzee koppig breekt aan hoge duinen
En witte vlokken schuim uiteenslaan op de kruimen,
Wanneer de norse vloed beukt aan het zwart basalt
En over dijk en duin de grijze nevel valt
Wanneer bij eb het strand woest is als een woestijn
En natte westenwinden gieren van venijn,
Dan vecht mijn land…Mijn vlakke land…
Wanneer de regen daalt op straten, pleinen, perken,
Op dak en torenspits van hemelhoge kerken,
Die in dit vlakke land de enige bergen zijn,
Wanneer onder de wolken mensen dwergen zijn,
Wanneer de dagen gaan in domme regelmaat
En bolle oostenwind het land nog vlakker slaat,
Dan wacht mijn land…Mijn vlakke land…
Wanneer de lage lucht vlak over het water scheert,
Wanneer de lage lucht ons nederigheid leert,
Wanneer de lage lucht er grijs als leisteen is,
Wanneer de lage lucht er vaal als keileem is,
Wanneer de noordenwind de vlakte vierendeelt,
Wanneer de noordenwind er onze adem steelt,
Dan kraakt mijn land…Mijn vlakke land…
Wanneer de Schelde blinkt in zuidelijke zon
En elke Vlaamse vrouw flaneert in zon-japon
Wanneer de eerste spin z’n lentewebben weeft
Of dampende het veld in juli-zonlicht heeft,
Wanneer de zuidenwind er schatert door het graan,
wanneer de zuidenwind er jubelt langs de baan,
Dan juicht mijn land…Mijn vlakke land…