Leren ontvangen

 

De ontdekking van het leren ontvangen in de Studentenkerk (Nijmegen)

Veel studenten leven met het idee dat in de werkelijkheid van alledag de spanning tussen “bepalen” en “bepaald worden”  de belangrijkste kracht is die hun leven aanstuurt. Enerzijds wordt hun op het hart gedrukt dat ze hun carrière, hun leven en hun toekomst zelf in de hand hebben, ze kunnen, nee moeten het zelf bepalen; anderzijds ervaren zij deze druk als een allesbepalende factor in hun leven waaraan ze zich maar moeilijk kunnen onttrekken. Een vreemde spanning omdat het zelf alles moeten een gevangenis wordt. In die gevangenis proberen zij zo goed en zo kwaad zich staande te houden. De een lukt dat beter dan de ander. Als er een wenkend perspectief is en een goede basis kan een student meer spanningen aan dan als dat niet het geval is. Een wenkend perspectief is bijvoorbeeld een baan waarin je jezelf kunt ontplooien zodat je tot je tot je recht komt, een goede basis is bijvoorbeeld een relatie waarop je kunt bouwen en waarop je kunt terugvallen als het moeilijker gaat. Een goede basis kan ook zitten in je zelf als je ontdekt hebt in je leven waar het werkelijk om draait, wat waarde heeft en wat schijn is. Bepaald worden hoeft niet altijd verkeerd te zijn als je maar tot je recht komt in de situatie waarin je je bevindt. Structuur geeft ook houvast en zekerheid. De studie doet dat tot op zekere hoogte. Daarna, als de tijd van solliciteren aanbreekt kan het moeilijker worden. Dan worden de vragen op scherp gezet: krijg ik wel een baan, kan ik me welbewijzen, kan ik de druk aan, krijg ik wel een partner die bij me past, word ik wel gelukkig?

Naast het dilemma van de ervaring van de spanning tussen bepalen en bepaald worden en de worsteling daarmee bestaat er ook een andere houding. Dat is de houding van ontvangen, van openheid van wat er op je weg kan komen, de houding van verwondering. Als baby ben je volledig ontvankelijk, je hebt geen andere keus. Als hoogbejaarde is de toekomst die je wacht de dood en ook dan heb je geen andere keuze dan te ontvangen. In de tijd daartussen doen we ons gelden en denken we de boel te moeten aansturen, terwijl we maar kortstondig leven en ons leven slechts een episode is in een groter verhaal. Wetenschap zet bondig samengevat vooral in op ontdekken hoe we bepaald worden om daarvan te leren en instrumenten in handen te krijgen om zelf te bepalen welke kant het uit moet via allerlei technieken. Wetenschap wil op deze wijze de werkelijkheid in haar greep krijgen. Religieuze stromingen zijn vooral bezig geweest met het leren omgaan met onze sterfelijkheid, onze menselijke beperktheden, onze contingentie. Daarin hebben ze veel ervaring opgebouwd. Daar kunnen ze ons leren dat de ervaring van ontvangen een andere dimensie van de werkelijkheid kan openen die vanuit het gevoel en dynamiek van bepalen en bepaald worden gesloten blijft. Daarom gaan wij met studenten naar kloosters en abdijen om die ervaring aan den lijve mee te maken, om in gesprekken iets te proeven van een stilgezette tijd waarin er ruimte komt voor de eigen ziel en voor een relatie met God. Daarom bezoeken we diverse religieuze gebouwen en hun voorgangers om ons te laven aan hun inspirerende verwoording van hun geloof. Daarvoor bespreken en beoefenen we rituelen om op het spoor te komen dat het leven meer in petto heeft dan alleen maar carrièreperspectieven en een goed salaris. Het zijn allemaal pogingen om kennis te maken met religieuze manieren van omgaan met het absolute, met God, met onze eigen eindigheid (ook een absolute grootheid) opdat er ruimte komt, ruimte om te overdenken, om te mediteren over, om te ervaren dat je zelf al veel in huis hebt en dat zelfacceptatie het begin is van de weg naar geluk. “Je bent goed zoals je bent”, die ervaring wordt in de kennismaking met elkaar in de religieuze context verkend, bevestigd en uitgediept. Pas als je bent thuisgekomen in jezelf kun je ook thuiskomen in de wereld en komt er ruimte vrij voor God. God erbij stoppen, bij al die ervaringen die er al zijn en die je aandacht opslokken, werkt meestal niet. Er moet eerst ruimte zijn, een vorm van leegte om God te kunnen ervaren. Die ruimte kan er alleen maar ontstaan als je ook kunt loslaten, als je de waan van alledag even opzij kunt zetten. Daarom gaan we ook soms een weekendje weg op pelgrimstocht, houden we stilte-wandelingen, vieren we samen in de trant van Taizé, verkennen we de wortels van het christelijk geloof en gaan we voort op de ingeslagen weg om je geloof te verdiepen aan de hand van allerlei (religieuze en eigentijdse) verhalen.

 

John Hacking