Geroepen worden…roeping

Viering Studentenkerk 30 oktober 2022 John Hacking

Welkom

Moge de Barmhartige, de Eeuwige ons zegenen, zodat wij tot zegen zullen worden… Beste mensen, welkom in deze viering – op deze herfstachtige zondag.

Vandaag gaat het over roeping, over geroepen worden en over aanvaard worden.

Abraham verneemt de stem Gods die hem oproept vaderland, persoonlijke

omstandigheden en vaderhuis te verlaten. Lech lecha in het Hebreeuws.

Meestal vertaald met: ‘ga, trek weg, ga op reis’.

En Abraham gaat, hij neemt vrouw en kinderen en zijn hele bezit mee.

In het evangelie beluisteren wij hoe Jezus Zacheus tegemoet treedt.

Hij nodigt zichzelf bij hem uit en Zacheus – die rijk is – hij was oppertollenaar –

hoofd van de belastingen zou je kunnen zeggen – geeft de helft van zijn bezit weg.

Eind goed al goed. Ook als is er gemopper door de omstanders.

Als er toen Twitter was, zou er weer een klein mediastormpje zijn opgestoken.

Maar laten we nu eerst stil worden, inkeren, en in de vorm van een gedicht van Ida

Gerhardt ons gemoed peilen:

Van Abrahams geslacht

Zwervende mensen, vreemden, ontheemden,
harten onrustig van eeuwigheid
zoeken oase, bron, levend water,
weg uit die doem van onvruchtbaarheid.

Harten vol honger, zoekende mensen,
slepende jaren, levenswoestijn,
angstige vragen: Zal levend brood mij
iedere dag weer gegeven zijn?

In onze harten flarden gedachten,
levende woorden in ons gezaaid:
planten in droefheid, oogsten in vreugde,
onkruid verbranden, tarwe gemaaid.

Krimml

Overweging

Roeping: kans en keuze voor de universiteit, zo luidt de titel van de diesrede op 20 oktober j.l. gehouden deze keer door Thomas Quartier, monastiek Theoloog des Vaderlands, zoals hij zichzelf omschrijft en hoogleraar o.a. aan deze universiteit. In zijn diesrede stelt hij dat nadenken over een persoonlijke roeping ook kan bijdragen aan de identiteit van de universiteit als gemeenschap. En dat sluit weer mooi aan bij de slogan van de RU: Jij bent nodig! Quartier haakt in op de actualiteit van de problemen in het huidige onderwijssysteem: Het draait veelal vooral om prestaties, om flexibiliteit, om werkdruk. De lat wordt steeds hoger gelegd, er moet meer in een kortere tijd, en altijd beter. Werknemers en studenten betalen de prijs als ze bv. een burnout krijgen.

Een belangrijke vraag die Thomas Quartier helemaal aan het begin stelt luidt: Waartoe word je geroepen en door wie?

In zijn rede verwijst Quartier naar de profeten en een actualisering van hun stem. Vandaag beperk ik mij tot de persoon die aan al die profeten vooraf ging: Abraham. En ik laat me hierbij leiden door de inzichten van de rabbijn Jonathan Sacks, uit zijn commentaar op Genesis. Boek van het begin.

Waartoe word je geroepen en door wie?

Het is een vraag die ook voor ons geldt. Misschien hebben we al een antwoord, misschien ook niet. Misschien hebben we richtingwijzers in ons leven, houvast. Misschien ook niet. Roeping is kort samengevat je verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijk voor de opdracht die je hebt gekregen in je leven. Of voor de opdracht die je jezelf hebt gesteld. Tenminste als je een opdracht hebt ontvangen of eentje die je jezelf hebt gegeven. Maar laten we eerst eens naar het voorbeeld van Abraham kijken, voordat we de blik op onszelf richten. Sachs noemt het verhaal van Abraham een keerpunt, Hij schrijft:

“De vier verhalen die voorafgaan aan het verhaal van Abraham gingen over het ontwijken en afschuiven van verantwoordelijkheid. Adam ontkent persoonlijke verantwoordelijkheid. Kaïn loochent morele verantwoordelijkheid. Noach faalt voor de proef van de collectieve verantwoordelijkheid. Babel wijst de ontologische verantwoordelijkheid af: het idee dat de ethische imperatief afkomstig is van een bron buiten het ik.”

Abraham luistert naar God, hij neemt een besluit, hij gehoorzaamt. Hij doet wat er van hem wordt gevraagd: ook al weet hij niet waar hij zal uitkomen. Later in het verhaal zal blijken hoe Abraham zijn verantwoordelijk serieus neemt.

Sachs schrijft:

“Anders dan Adam aanvaardt Abraham persoonlijke verantwoordelijkheid: hij neemt Gods woord in acht en geeft gehoor aan de goddelijke oproep om op reis te gaan. Adam wordt tegen zijn wil verbannen uit Eden. (…)

Anders dan Kaïn aanvaardt hij morele verantwoordelijkheid: hij redt zijn neef Lot uit de oorlog. Hij is de hoeder van zijn broeder – nauwkeuriger: de hoeder van zijn broeders zoon – precies wat Kaïn ontkende. (…)

In tegenstelling tot Noach aanvaardt Abraham collectieve verantwoordelijkheid. Zelfs al weet hij dat de inwoners van Sodom goddeloos zijn, toch bidt hij voor hen, omdat er onder hen misschien onschuldige en rechtvaardige mensen zijn.  (…)

In tegenstelling tot Babels bouwers onderkent Abraham ontologische verantwoordelijkheid: de plicht van mensen om te reageren op Gods anders-zijn en gebod. Daar komt zijn grootste beproeving uit voort, zijn bereidheid om zelfs zijn zoon te offeren als God hem dat opdraagt. Abraham weet dat wij slechts ‘stof en as’ (Genesis 18:27) zijn voor het aangezicht van de Oneindige. Hij doet geen poging een toren te bouwen tot aan de hemel; het is zijn taak om op aarde aan de wil van de hemel te gehoorzamen.”

Einde citaat.

Krimml

Op aarde aan de wil van de hemel gehoorzamen

Dat is ook wat het Chinese boek Tao Teh King van Lao Tse beoogt te zeggen. Je zou kunnen zeggen, daarin raken tradities aan elkaar. Persoonlijk vind ik het heel inspirerend dat het Oosten en het Westen zo bij elkaar komen – en ik put daar heel wat kracht uit. Niet alleen in mijn denken maar ook in mijn schilderen van het landschap.

Waartoe word je geroepen en door wie?

Waarschijnlijk zullen wij, zoals bij Abraham, niet rechtstreeks en meerdere keren uit de hemel worden aangesproken. Zeker niet in de trant van ‘om op reis te gaan’ en al het vertrouwde, het bekende, het zekere achter te laten. Abraham verlaat het vaderland, de persoonlijke omstandigheden en het vaderhuis. Jonathan Sachs licht dit toe als hij schrijft:

“Marx zei dat de mens een product is van maatschappelijke krachten, die op hun beurt gevormd zijn door de belangen van de heersende klasse, de bezitters van onroerend goed waarvan land het belangrijkste is. Daarom zegt God tegen Abraham: Verlaat je land.

Spinoza zei dat de mens wordt bepaald door aangeboren instincten en biologische driften, waarmee hij een genetisch determinisme oppert. Daarom zegt God tegen Abraham: Verlaat de omstandigheden waarin je bent geboren.

Freud beweerde dat we zijn zoals we zijn door onze jeugdtrauma’s, door de invloed van onze vroege kinderjaren, door de relatie en rivaliteit met onze ouders, vooral met onze vader. Daarom zegt God tegen Abraham: Verlaat het vaderlijk huis.”

Abraham gaat op weg, hij neemt zijn verantwoordelijkheid om in vrijheid een totaal nieuwe start te maken. Een dergelijk nieuwe start is voor velen van ons niet gegeven en we ambiëren deze waarschijnlijk ook niet. Waarom zouden we, zeker niet, als we het goed hebben en als we tevreden zijn. Dus het voorbeeld van wegtrekkende Abraham spreekt ons misschien minder aan. Vluchtelingen die hun land moeten verlaten komen misschien eerder in aanmerking. Wie zal het zeggen? Luister naar hun getuigenissen.

Staan echter blijft het feit dat Abraham op veel manieren verantwoordelijkheid toont. Daar kunnen we iets van leren. Beter gezegd naar handelen. Je roeping volgen, weten wie je bent en wat je wilt in dit leven…thuiskomen bij jezelf. Je naaste ondersteunen, verantwoordelijkheid dragen voor hem en haar…een thuis vormen – een thuis zijn voor allen die je dierbaar zijn. Je medemensen niet laten vallen, ook niet als groep…niet iedereen over een kam scheren, niet discrimineren, onderscheiden leren… Luisteren naar de stem van de hemel, oneindig veel groter dan jijzelf…stof ben je…Sachs schrijft dan ook:

“Dat is de diepe betekenis van de woorden lech lecha. Meestal worden ze vertaald met ‘ga, trek weg, ga op reis.’ In werkelijkheid betekenen ze: reis (lech) naar jezelf (lecha). Verlaat alle invloeden van buitenaf die maken je tot een slachtoffer van de omstandigheden waarover je geen controle hebt. Maak een reis naar binnen, naar het zelf. Daar – alleen daar – wordt vrijheid geboren, beoefend en volgehouden.”

Reis naar binnen, naar het zelf, naar datgene waar je basis ligt: Met alle twijfels, met alle hoop, met alle geloof en vertrouwen die je daar kunt aantreffen. Het hoort er allemaal bij. Vroeger definieerde ik mijn roeping wel eens in deze woorden: Als je op het einde van je leven kunt zeggen: het was de moeite waard, Het was goed zo, mijn leven was zinvol, ik heb geen spijt en ook alle fouten die ik heb gemaakt, alle mislukkingen hoorden daarbij. Nu zou ik zeggen: de hemel laat jou nooit vallen, waarom zou je dan de hemel laten vallen? Of met andere woorden: waarom zou je niet luisteren en handelen naar God en zijn gebod? Weet jij het zoveel beter? Er is een wereld te winnen: verantwoordelijkheid dragen in vrijheid, een nieuw land betreden, vrij zijn in je jezelf, op de wijze die jij alleen kunt zijn en jij alleen kunt doen. Jouw eigen wijze.

Krimml

Genesis 12: 1-8 (Naardense bijbel)

Dan zegt de Ene tot Abram: ga, jij, weg uit je land, uit je geboortetent en uit het huis van je vader,- naar het land dat ik je zal doen zien; ik zal je maken tot een groot volk, ik zal je zegenen, ik zal groot maken jóuw naam; word een zegen!- ik zal zegenen wie jou zegenen en wie jou verwenst zal ik vervloeken; door jou zullen gezegend zijn alle families op de –rode– grond! Dan gáát Abram, zoals tot hem gesproken heeft de Ene, en met hem mee gaat Lot. Abram is een zoon van vijf jaren en zeventig jaar bij zijn uittocht uit Charan. Méé neemt Abram: zijn vrouw Sarai en Lot, de zoon van zijn broer, al hun verwerf dat ze hebben verworven en alle levende ziel die ze zich eigen hebben gemaakt in Charan; ze trekken weg om te gaan naar het land van Kanaän en ze kómen in het land van Kanaän. Abram doorkruist het land tot aan het oord van Sjechem, tot aan de godseik van Moree ; de Kanaäniet is dan in het land. Maar de Ene laat zich aan Abram zien en zegt: aan jouw zaad zal ik dit land geven! Dan bouwt hij daar een altaar voor de Ene, die zich aan hem heeft laten zien. Hij trekt vandaar verder, op het gebergte aan ten oosten van Bet El,- huis van God, en spant zijn tent,- met Bet El aan de zeezij en het Ai,- puinhoop, in het oosten; hij bouwt daar een altaar voor de Ene en roept de Ene aan bij zijn naam.

Lucas 19: 1-10 (Naardens bijbel)

Jericho binnengekomen is hij daar doorheen getrokken. Zie, een man, geroepen met de naam Zacheüs; hij is oppertollenaar geweest,- hij is rijk! Hij heeft ernaar gezocht Jezus te zien, wie hij was, maar heeft het vanwege de schare niet vermocht, omdat hij van gestalte klein is geweest. Vooruitgesneld naar voren klimt hij op een moerbeivijgenboom omhoog om hem te kunnen zien,- omdat hij op doortocht dáár wel langs móest komen. Als hij bij die plek aankomt, kijkt Jezus omhoog en zegt tot hem: Zacheüs, haast je en klim omlaag, want ik moet heden in jouw huis verblijven! Haastig klimt hij omlaag en verwelkomt hem met vreugde. Allen die het zagen hebben gegromd; ze zeiden: die is bij een zondig man binnengekomen om uit te spannen! Maar Zacheüs staat daar en zegt tot de Heer: zie, de helft van wat mij toebehoort, heer, geef ik aan de armen, en als ik iemands vijgen heb geschud geef ik het viervoudige terug! Maar Jezus zegt tot hem: heden geschiedt er redding aan dit huis, omdat ook hij een zoon van Abraham is; want de mensenzoon komt om ‘te zoeken en te redden wat verloren is’ (Ez. 34,16).