Het individu – een moderne en recente uitvinding met gevolgen.

In de westerse samenleving staan de gemeenschappen onder druk: in naam van het individu en de individuele vrijheid lijkt het zo te zijn dat er steeds minder ruimte is om te kiezen voor gemeenschappelijke doelen als individuen daarbij op de tweede plaats komen. In de politiek is dat vaak nog het meest duidelijk zichtbaar. Collectieve doelen en gemeenschappelijke belangen komen onder druk te staan want keuzes worden uitgesteld of zelfs niet gemaakt. Het beleid rond het klimaat laat dit zien. In Nederland is al 30 jaar bekend dat het mestoverschot van de boeren, het gebruik van kunstmest, de productie van vlees vooral voor de buitenlandse markt heel nadelige gevolgen heeft voor de eigen natuur. Monoculturen en het boeren op industriële schaal hebben een nadelig effect op de natuur, niet in het minst door de grote hoeveelheden stikstof die vrijkomen. Hetzelfde geldt voor het niet naleven van de regels ten aanzien van grote (chemische) bedrijven die giftige gassen uitstoten en gift verspreiden via het oppervlakte water, (PFAS), de vliegtuigmaatschappijen en de auto-industrie. Innovatie wordt nauwelijks gestimuleerd omdat de prijzen om te vliegen bijvoorbeeld kunstmatig laag worden gehouden of omdat kerosine nauwelijks wordt belast. Voedselprijzen zijn nog altijd voordelig voor de grote spelers op de markt die leven van suiker in het voedsel en de drank. De aandeelhouders zijn belangrijker dan de clientèle. De belastingbetaler wordt dubbel de dupe. Want de ziektekosten nemen toe en de overheid kan opdraaien voor alle negatieve gevolgen van een falend beleid dat niet de gezondheid van de burgers en hun toekomst centraal stelt, maar de werkgelegenheid, de economische groei en de beurs van de aandeelhouders. De toekomst van de komende generaties wordt zo verkwanseld omdat politici geen duidelijke keuzes durven te maken die ook het individu zullen treffen. De teloorgang van een politieke partij als het CDA is een sprekend voorbeeld. De gemeenschap, die toch centraal stond in dit denken van de Christendemocraten, komt nauwelijks in beeld. Behalve dan het proberen aan te haken bij de protesterende boeren die zich bedreigd voelen door de maatregelen van de overheid en die massaal in opstand komen, aangevoerd door een aantal radicale en niet voor rede vatbare fracties. Maar ook de boeren zijn geen echte gemeenschap, ook al niet omdat heel veel boeren ervan overtuigd zijn dat het zo niet verder kan. Maar de overheid stelt geen normen, maakt geen regels en geeft geen echt toekomstperspectief. Het zou heel goed zijn om samen met de boeren en met de financiers van de bedrijven nieuwe plannen te maken voor de lange termijn zodat ook deze boeren weer kunnen werken aan een hoopvolle toekomst. Welke politieke partij neemt het voortouw, welke overheidsdienst stapt nu echt op de boeren af en maakt met hen haalbare en concrete plannen?

Het lijkt daarom wel dat het individu belangrijker is geworden dan de gemeenschap als zelfs de volksvertegenwoordigers in het parlement nauwelijks durven kiezen voor de gemeenschap en soms tegen de individuele belangen in. Grote bedrijven hebben dat al lang begrepen. Hun lobbyactiviteiten, het in dienst treden van ex-politici bij deze bedrijven (want ze kennen de mensen die er toe doen, ze weten de weg in de politiek), en soms ook vormen van corruptie (zie het Europees parlement) zijn de voertuigen waarmee zij invloed proberen uit te oefenen op parlementariërs. Zij proberen zo hun eigen (individuele) belang veilig te stellen, vaak ten koste van de gemeenschap die andere doelen heeft en die gebaat is bij andere maatregelen. Een schrijnend voorbeeld is ook de lobby van de grote agro-firma’s die voedsel leveren voor de veestapel, kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Enkele grote bedrijven sponsoren de boerenbewegingen, drukken de prijzen voor vlees en ander voedsel en hebben soms een monopolie op de verwerking ervan (kalfsvlees). Je moet wel heel naïef zijn om te denken dat zij de boeren steunen uit solidariteit. Het gaat enkel om de eigen beurs ten koste van de natuur die zienderogen in veel gebieden achteruit gaat. Alleen maar gras is geen natuur. En ook niet alleen maar brandnetels en bramen. Imkers slaan alarm omdat deze winter talloze bijenvolken zijn gestorven bij gebrek aan voedsel. Te weinig wilde planten, teveel landbouwgif, teveel monoculturen waar bijen niks aan hebben. Nog schrijnender is het feit dat Europese gelden (ook vanuit Nederland) worden aangewend om landen zoals bijvoorbeeld Paraguay of Ghana te ondersteunen bij de teelt van eucalyptus plantages, sojateelt en andere gewassen. Daarbij worden de meest smerige landbouwgiften en onkruidverdelgers ingezet (Paraquat, haloxyyfop, glyfosfaat, fipronil) die voor een groot deel in Europa (sinds 2007) zijn verboden omdat plant, dier en mens er behoorlijk ziek van worden. Parkinson is aangetoond bij de mensen die er mee in contact zijn gekomen. Kanker en ook heel veel longklachten hangen er mee samen. Zie een citaat uit het Nederlands Dagblad (18 april 2023) van Martin Dermine (Pesticide Action Network Europe): ‘We verbieden pesticiden om de gezondheid van Europese burgers en het milieu te beschermen, maar dragen er tegelijkertijd aan bij dat deze stoffen in het buitenland worden gebruikt, door geld te stoppen in ontwikkelingsbanken of door onze chemische industrieën te exporteren.’ (zie ook: https://www.nd.nl/nieuws/nederland/1171511/hoe-de-nederlandse-ontwikkelingsbank-financiert-pesticiden-en)

In het Westen is het individu op het schild gehesen en nu zijn de gemeenschappen de dupe geworden. Ook al spreekt de minister-president al jaren geleden over een ‘dik ik’, het beleid van de regering wijst geen andere kant uit. Niet de gemeenschap staat centraal maar het individu of het individuele (grote) bedrijf. Het moderne individu is echter een recente uitving, niet alleen gekleurd door de periode van de Verlichting en daarop gevolgd door de secularisatie, maar ook door wat eraan vooraf ging. De Duitse filosoof en scepticus Odo Marquard zegt hierover:

Das Individuum entsteht gegen den Monotheismus. Solange – im Polytheismus – viele Götter mächtig waren, hatte der Einzelne … ohne viel Aufhebens seinen Spielraum dadurch, daß er jedem Gott gegenüber immer gerade durch den Dienst für einen anderen entschuldigt und somit temperiert unerreichbar sein konnte: Es braucht ein gewisses Maß an Schlamperei, die durch die Kollision der regierenden Gewalten entsteht, um diesen Freiraum zu haben; ein Minimum an Chaos ist die Bedingung der Möglichkeit der Individualität. Sobald aber – im Monotheismus – nur mehr ein einziger Gott regiert mit einem einzigen Heilsplan, muß der Mensch in dessen totalen Dienst treten und total parieren; da muß er sich ausdrücklich als Einzelner konstituieren und sich die Innerlichkeit erschaffen, um hier standzuhalten; die Allmacht konterkariert er durch Ineffabilität. Darum hat nicht der Polytheismus den Einzelnen erfunden: er brauchte es nicht, weil noch kein Monotheismus da war, der den Einzelnen extrem bedrohte. Der Monotheismus seinerseits aber hat nicht selber den Einzelnen entdeckt, sondern er – freilich gerade er – hat die Entdeckung des Einzelnen nur provoziert, weil zuerst er – der Monotheismus – dem Einzelnen wirklich gefährlich wurde. Darum konnte erst nachmonotheistisch der Einzelne offen hervortreten und – unter der Bedingung des säkularisierten Polytheismus der Gewaltenteilung – erst modern die wirkliche Freiheit haben, ein Individuum zu sein. Diese Freiheit riskiert er, wo er sich – monomythisch – einer neuen Monopolgewalt unterwirft. Fasziniert durch den neuen Mythos der Alleingeschichte bleibt er dann auf jener Strecke, die nur vermeintlich die Strecke zum Himmel auf Erden ist, in Wirklichkeit aber die zur irdischen Identität von Himmel und Hölle: zur integrierten Gesamtewigkeit.

Odo Marquard (Polytheismus 1, 1978, S. 108f.) uit : Lob des Polytheismus. Über Monomythie und Polymythie (Vortrag an der Technischen Universität Berlin am 31. Januar 1978). – In: Hans Poser (Hrsg.): Philosophie und Mythos. Ein Kolloquium. Berlin / New York: de Gruyter, 1979. S. 40-58. Wiederabgedruckt in: Odo Marquard, Abschied vom Prinzipiellen. Philosophische Studien, Stuttgart 1995, S. 91-116.

De vrijheid die het moderne individu verworven heeft dreigt echter met reuzenstappen verloren te gaan. In China wordt iedereen digitaal vastgelegd en alle bewegingen in de openbare ruimte dreigen voortdurend gecontroleerd te worden met alle gevolgen van dien als mensen in de ogen van de overheid overtredingen begaan. Niet alleen het zich uiten via sociale media en andere kanalen kan nefaste gevolgen hebben voor de vrijheid maar ook verkeersovertredingen en ander gedrag zoals het deelnemen aan een protest. In andere landen is het vaak nog niet zover om de simpele reden dat er nog niet genoeg budget is om al deze bewakingsinstallaties te betalen. In Nederland neemt het cameratoezicht toe, vooral als er in een wijk of winkelgebied klachten zijn over gedrag van de bewoners of bezoekers (of als er een criminele aanslag is gepleegd). Bij veel plaatsen staan camera’s aan de gemeentegrenzen die noteren welke auto’s binnenkomen in de gemeente. Overvallers van een bank kunnen zo worden gevolgd. Maar het systeem is nog niet volmaakt omdat ook in Nederland de samenwerking nog niet is opgeschaald en omdat de digitale diensten vooral bij de overheid haperen. Zelfs de belastingdienst loopt jaren achter met de implementatie van nieuwe en veilige systemen. Daarbij neemt het gevaar van ‘hacks’ door ‘vijandige groepen’, ook vaak gestimuleerd en gedoogd door andere overheden (Rusland bijvoorbeeld) alleen maar toe.

Een andere vorm van (illegaal) invloed uitoefenen buiten de bestaande diplomatieke kanalen is de inzet van huurlingen. Het huurlingenleger Wagner dat onder auspiciën van de Russische overheid (ook al ontkennen ze dat) in talloze landen grondstoffen exploiteert in samenwerking met corrupte overheden in Afrika is een voorbeeld ervan hoe de nieuwe wereldorde gaat uitzien als landen blind in deze vorm van neokolonialisme op moderne leest trappen zonder dat het eigen volk hier baat bij heeft. Afrikaanse machthebbers hebben de Westerse koloniale mogendheden het land uitgegooid en hen verruild voor Chinese en Russische uitbuiters. Wanneer wordt men echt wakker en zet men de generaals en de presidenten aan de kant die zo hun land verkwanselen? De strijd tussen de generaals in Soedan die nu is opgelaaid is een voorbeeld van eigenbelang dat de overhand heeft boven het gemeenschappelijk belang van het volk en het land. Ook hier werkt de invloed door van het huurlingenleger Wagner dat grondstoffen exploiteert. Plus de invloed van de Arabische landen die op eigen wijze een van de partijen voorzien van wapens en ondersteuning. Het zijn allemaal tekens aan de wand dat het individuele belang de overhand heeft. Corruptie als norm en als vorm van regeren in plaats van democratie en vertegenwoordiging van het volk om de noden van dit volk te lenigen. Jemen is een van de meest tragische voorbeelden ervan hoever het kan komen als het volk hongert en dreigt te sterven.

Politici verschuilen zich achter ‘vergezichten’ als ze die al ontwikkelen, om vooral hun eigen belang te verhullen. Het maakt niet uit of je nu over Rusland, China, India, Turkije, Iran, Syrië, Myanmar, Sudan, Egypte, Hongarije, Nederland praat als het gaat over ‘mooie praatjes’ die worden verkondigd over de natie, de grandioze geschiedenis, de aard van het eigen volk en het belang van het eigen volk als eerste, de afkeer van vreemden, de egoïstische nadruk op de eigen mensen (vaak afgezet tegen anderen die in racistische termen worden besproken) etc. etc. helder is dat hier niet een algemeen belang wordt gediend maar dat een rookgordijn wordt opgetrokken om de eigen praktijken aan het oog te onttrekken. Wie bouwt er als leider van een land grote paleizen (Rusland, Turkije), wie handelt bevooroordeeld bij het gunnen van grote (bouw) opdrachten aan bevriende partijen (India, Rusland, Turkije, Hongarije), wie verdient kapitalen aan wapenleveranties (bijna alle landen met wapenindustrie), wie heeft bijverdiensten als parlementariër die niet openbaar worden gemaakt en wie gebruikt zijn partij als geldmachine (Nederland FVD)? Corruptie in het groot en in het klein blijft corruptie en gaat ten koste van het algemeen belang. Hoe mooi het verhaal ook dat in het openbaar wordt opgehangen en hoe mooi de promotiefilmpjes ook zijn vormgegeven, het zijn leugens. Odo Marquard waarschuwt voor al deze kleine en grote utopieën. We dienen weerstand te bieden aan deze utopische verzoekingen in een politiek jasje. Zeker als protesteren tegen de overheid je zomaar 25 jaar gevangenis kan opleveren zoals in Rusland, terwijl je alleen maar je mond hebt opengedaan. Marquard zegt, sprekend over de mens in het algemeen:

Der Mensch … ist nicht das triumphierende, sondern allenfalls das kompensierende Lebewesen: er ist nicht die „Krone“, sondern – nach der Formulierung von Stanislaw Jerzy Lec – „die Dornenkrone der Schöpfung“. Der Mensch ist nicht nur das handelnde, sondern auch das leidende Wesen; er ist stets mehr seine Widerfahrnisse als seine Leistungen, und darum ist der Mensch seine Geschichten; er ist schließlich das Wesen nicht nur der Siege, sondern auch das der Niederlagen mit dem Pensum, sie zu ertragen. Revolutionär gelingt es ihm nicht, die utopisch heile Welt herbeizuführen; evolutionär gelang es ihm weder, rechtzeitig auszusterben, noch frühzeitig jene Verfassung zu finden, bei der es hätte bleiben können. So muß der Mensch – wo alle anderen Arten längst entlassen sind in die letale oder finale Endgültigkeit – evolutionär nachsitzen; er ist nicht – sozusagen als Träger des gelben Trikots bei der tour de l‘évolution – der Spitzenreiter, sondern der Sitzenbleiber der Entwicklung: das retardierte Lebewesen, das es immer noch nicht geschafft hat und niemals schaffen wird, sondern das es mit seiner Vorläufigkeit aushalten muß: seiner gewußten Sterblichkeit, seiner Hinfälligkeit, seinen Leiden als „homo patiens“ und der ewigen Wiederkehr des Ungleichen, der Geschichte, und das für diese perennierende Beweglichkeit die „offene Gesellschaft“ braucht, die bürgerlich demokratische Welt. Die philosophische Anthropologie bestimmt den Menschen – ernüchtert und skeptisch – justament so: nicht sosehr als Zielstreber, vielmehr als Defektflüchter; der Mensch ist für sie der, der – als primärer Taugenichts – sekundär etwas stattdessen tun muß, tun kann und tut: Insofern ist die philosophische Anthropologie Philosophie des Stattdessen. So ist sie – als Widerstand auch gegen die Verweigerung der Bürgerlichkeit – das Antiutopikum. Ein Gespenst ging um in Europa: das Gespenst der realisierungssüchtigen absoluten Utopie. Gegen Gespenster – gerade auch gegen solche, die ihren nächsten Spuk vorbereiten – muß man Aufklärung setzen, und gegen die Gefahr einer ewigen Wiederkehr der utopisch absoluten Ansprüche die philosophische Anthropologie.

Odo Marquard (Utopie, 1991, S. 150f.) uit: Der Mensch „diesseits der Utopie“. Bemerkungen über Geschichte und Aktualität der philosophischen Anthropologie. Zuerst in: J. van Nispen / D. Tiemersma (edS. ): The Quest for Man. The topicality of philosophical anthropology. Assen / Maastricht (Van Gorcum) 1991, 3-10 und in: P. Koslowski (Hg.): Orientierung durch Philosophie. Tübingen (Mohr/Siebeck) 1991, 21-32. Wiederabgedruckt in: Odo Marquard, Glück im Unglück. Philosophische Überlegungen, München 1995, S. 142-155.

Misschien komen we nog een keer met de voeten op de grond terecht, worden we wakker, wordt het algemeen belang boven het individuele belang gesteld. Niet in de vorm van een opoffering voor het ‘vaderland’ in de vorm van dienstplicht en oorlog tegenover een (gemaakte en veronderstelde) vijand. Want dat is ook een vorm van utopie, van verhulling van het eigen belang van politici die zo aan de macht willen blijven en die zich zo willen blijven verrijken. De oorlog van Rusland tegen Oekraïne maakt dit meer dan duidelijk en ook de staatsgrepen die plaatsvinden: het gaat vooral om eigen belang, eigen macht, eigen inkomsten die anders niet op dergelijke schaal mogelijk zouden zijn. Kijk maar na in de geschiedenis. Bijna alle staatsgrepen monden uit in zelfverrijking. Het volk dat dit laat gebeuren betaalt zo de rekening en is de dupe van de eigen onmondigheid. Maar kunnen we nog wel wakker worden, of moeten we eerst door elkaar worden geschud? Losgemaakt uit onze verdoving, uit onze consumptieslaap, onze wens om voortdurend te genieten, om voortdurend ook veilig te zijn, bijna ‘onkwetsbaar’, zeker van onze zaak, onze toekomst. Ook dat is utopie, utopisch streven: denken dat we de toekomst in handen hebben. Hoe te leren leven met onzekerheid, hoe te overleven ondanks alle dreigingen? Daarvoor hebben we de gemeenschap nodig en moeten we gemeenschap zijn, gemeenschap vormen en opkomen voor gemeenschappelijke belangen. Het is aan ons: durven we onszelf ook te geven, te schenken aan de gemeenschap, het gemeenschappelijk belang, of durven we dat niet, willen we dat cadeau niet geven. Aan alles zit een prijs, het komt erop aan die prijs te betalen die nodig is, en wel van harte.

John Hacking

18 april 2023