In de Hel is het altijd feest…


In de Hel is het altijd feest

De dichter — de contemporain — moet zijn blik strak op zijn tijd houden. Maar wat ziet hij die zijn tijd, die de gedementeerde glimlach van zijn eeuw ziet? Ik zou hier een tweede definitie van contemporaniteit willen voorstellen: contemporain is diegene die zijn blik strak op zijn tijd houdt om niet de lichtpunten, maar het donker waar te nemen. Voor hem die ermee contemporain is zijn alle tijden donker. Contemporain is juist diegene die in staat is deze duisternis zien, die kan schrijven door zijn pen in de duisternis van zijn tijd te dopen. Maar wat wil ‘een duisternis zien’, ‘het donker waarnemen’ zeggen?

Giorgo Agamben, in Wat is het contemporaine? in: Agamben, Giorgio, Naaktheden, Amsterdam 2011 (Sjibbolet), pag. 26


“Contemporain is hij die vol in het gezicht geraakt wordt door de bundel van duisternis die zijn tijd uitstraalt” schrijft Girogo Agamben. In Wereldoorlog Twee waren er rond de 3600 vrouwen die dienst deden in concentratiekampen als bewaakster en bij andere taken waarbij mensen werden gemarteld en vermoord. Ook het typen van de dodenlijsten valt daaronder. Na de oorlog werden er slechts 40 veroordeeld, veelal met lage straffen. De documentaire op History Channel over de vrouwen onder Hitler en in de nazi-partij vermeldt dit. Daarnaast waren er veel vrouwen actief in het oosten van Europa, in de door de Duitsers bezette gebieden, ook als verpleegster en als nieuwe eigenaar van het land. Velen hebben deelgenomen aan jacht op de Joden en op de executies van hen. Ook daar is bijna niemand voor veroordeeld na de oorlog. Vrouwen werden niet in staat geacht zulk bruut en onmenselijk geweld te kunnen toepassen. 

Welke duisternis straalt onze tijd uit? Hoe donker is het om ons heen, dat het licht nauwelijks nog een kans krijgt? Ik denk dan meteen ook aan de hel die een gepaste straf zou zijn voor deze monsters van mensen, want zij verspreiden de duisternis, zij maken de aarde al tot een hel voor velen. Maar de dichter Borges schrijft:

DEL INFIERNO Y DEL CIELO 

El Infierno de Dios no necesita 

el esplendor del fuego. Cuando el Juicio 

Universa! retumbe en las trompetas 

y la tierra publique sus entrañas 

y resurjan del polvo las naciones 

para acatar la Boca inapelable, 

los ojos no verán los nueve círculos 

de la montaña inversa; ni la pálida 

pradera de perennes asfodelos 

donde la sombra del arquero sigue 

la sombra de la corza, eternamente; 

ni la loba de fuego que en el ínfimo 

piso de los infiernos musulmanes 

es anterior a Adán y a los castigos; 

ni violentos metales, ni siquiera 

la visible tiniebla de Juan Milton. 

No oprimirá un odiado laberinto 

de triple hierro y fuego doloroso 

las atónitas almas de los réprobos. 

Tampoco el fondo de los años guarda 

un remoto jardín. Dios no requiere 

para alegrar los méritos del justo, 

orbes de luz, concéntricas teorías 

de tronos, potestades, querubines, 

ni el espejo ilusorio de la música 

ni las profundidades de la rosa 

ni el esplendor aciago de uno solo 

de sus tigres, ni la delicadeza 

de un ocaso amarillo en el desierto

ni cl antiguo, natal sabor del agua. 

En su misericordia no hay jardines 

ni luz de una esperanza o de un recuerdo. 

En el cristal de un sueño he vislumbrado 

el Cielo y el Infierno prometidos: 

cuando el Juicio retumbe en las trompetas 

últimas y el planeta milenario 

sea obliterado y bruscamente cesen 

¡oh Tiempo! tus efímeras pirámides, 

los colores y líneas del pasado 

definirán en la tiniebla un rostro 

durmiente, inmóvil, fiel, inalterable 

(tal vez el de la amada, quizá el tuyo) 

y la contemplación de ese inmediato 

rostro incesante, intacto, incorruptible, 

será para los réprobos, Infierno; 

para los elegidos, Paraíso. 

1942

***

OVER HEL EN HEMEL 

Gods Hel heeft de schittering van het vuur 

niet nodig. Als het Laatste Oordeel schalt 

in de bazuinen en de aarde haar 

ingewanden ontbloot en uit het stof 

de volkeren verrijzen om de Mond 

te eren die geen tegenspraak gedoogt, 

zullen de ogen niet de negen kringen 

ontwaren van de omgekeerde berg 

en niet de vale weide van gedurige 

affodillen waar de schim van de boogschutter 

voor immer de schim van de hinde volgt; 

en geen wolvin van vuur die op de laagste 

verdieping van de hel der muzelmannen 

voortijdig is aan .Adam en de straffen; 

en geen kwellende metalen, en zelfs niet 

de zichtbare duisternis van John Milton. 

Geen afschrikwekkend labyrint van driewerf 

ijzer en pijnlijk vuur zal de verblufte 

zielen van de verworpenen vermorzelen. 

Al evenmin wacht op het eind der jaren 

een verre hof. Om de verdiensten van de 

gerechte op te luisteren behoeft God 

geen werelden van licht of concentrische 

theorieën van tronen, machten, cherubijnen 

of de fictieve spiegel van de muziek 

of de peilloze diepten van de roos 

of de onheilspellende pracht van één 

enkele zijner tijgers, of het tedere 

geel van een westerzon in de woestijn

of de oorspronkelijke smaak van ’t water. 

In zijn erbarmen gaat het niet om tuinen 

of licht van hoop of van herinnering. 

In een heldere droom heb ik een glimp 

van de beloofde Hemel en Hel opgevangen: 

Als straks het Oordeel weergalmt in de laatste 

bazuinen en de duizendjarige planeet 

vervalt en plotseling, oh Tijd!, jouw eendags-

piramiden ophouden te bestaan, 

zullen de kleuren en de lijnen van 

’t verleden in het duister de vorm aannemen 

van een slapend, sereen, waarachtig, eeuwig gezicht 

(wellicht van je geliefde, wie weet van jezelf) 

en het aanschouwen van dat onverwijlde, 

blijvende, ongerepte, onverwelkbare 

gezicht zal voor de verworpenen Hel 

en voor de uitverkorenen de Hemel zijn. 

1942  

Borges, Jorge Luis, Werken in vier delen, Amsterdam 2003 (De Bezige Bij)

Deel 4 Het geheimschrift en andere gedichten. Ingeleid, gekozen, vertaald en van noten voorzien door Robert Lem, pag. 82-85



*******

Het blijft echter vanuit het gevoel van rechtvaardigheid een diep verlangen dat er straf zal zijn voor hen die duisternis verspreiden. De hel als antwoord. In de Hel is het altijd feest, waarom? Omdat er nooit een gebrek aan aanvoer is, nooit een tekort aan nieuw vlees waar de ‘duivels’ met veel genoegen hun tanden en hun klauwen in kunnen zetten. In de Middeleeuwen waren de afbeeldingen van schilders die Hemel en Hel in felle kleuren schilderden een bron van ‘inspiratie’: voor de kopers van deze afbeeldingen (bijvoorbeeld het Spaanse koningshuis dat talrijke werken van o.a. Jeroen Bosch kocht) en voor de beschouwers die naast de kopers leerden huiveren door zoveel fantasie van de kunstenaar en de predikant die maar al te graag kwellingen en straffen schilderden om het volk aan te manen om op de rechte weg te blijven. De voorstellingen losjes gebaseerd op de bijbel (eeuwig vuur in Jesaja) en aangevuld met beelden uit de Griekse mythologie riepen emoties op bij de toeschouwer, waaronder ook waarschijnlijk angst voor het aanstaande ‘leven’ na de dood. Vandaar veel gulle schenkingen aan kerken en kloosters door rijke adellieden die op het eind van hun leven nog iets goed te maken hadden en die hoopten zo bespaard te blijven van al te helse kwellingen. 

De Hel en de Hemel: elke religie heeft zo z’n eigen voorstellingen maar in de geseculariseerde wereld spelen ze nauwelijks nog een rol. Toch zo het fijn zijn als er een soort van Hel zou bestaan om de ergste exemplaren van het menselijke soort te straffen voor hun daden tijdens hun aardse existentie. Voor het leed dat zij tallozen hebben bezorgd, voor het verdriet dat zeer velen hebben ervaren door hun handelen. In de menselijke geschiedenis een ellenlange en eindeloze reeks van namen en van gebeurtenissen. Ontelbaar de slachtoffers van deze menselijke beulen, de oorlogen die gevoerd zijn om een beetje land, wat meer bezit, om prestige en andere vormen van waanzin. Want met de menselijke ratio valt het niet te verklaren waarom er miljoenen moeten sterven in een oorlog. Wat is dat voor rare berekening om miljoenen weg te strepen tegenover de te behalen oorlogsdoelen? Of nu actueel: Soedan, de Gazastrook, Myanmar, Kongo, Jemen, hoeveel doden, hoeveel behaalde doelen? Een absurditeit die niet valt goed te praten hoe overtuigd je ook bent van je eigen gelijk. De dood is definitief voor de slachtoffers, de hel wacht de moordenaars met en zonder uniform.



SON LOS RIOS

Somos el tiempo. Somos la famosa 

parábola de Heráclito el Oscuro. 

Somos el agua, no no el diamante duro, 

la que se pierde, no la que reposa. 

Somos el río y somos aquel griego

que se mira en el río. Su reflejo  

cambia en el agua del cambiante espejo, 

en el cristal que cambia como el fuego. 

Somos el vano río prefijado, 

rumbo a su mar. La sombra lo ha cercado. 

Todo nos dijo adiós, todo se aleja. 

La memoria no acuña su moneda 

y sin embargo hay algo que se queda

y sin embargo hay algo que se queja.

***

WIJ ZIJN DE RIVIEREN

Wij zijn de tijd. Wij zijn de onvermijdelijke

parabel van Heraclitus de Duistere.

Het harde diamant is niet ons thuis,

maat ’t water; niet dat rust doch dat verglijdt.

Wij zijn de stroom, doch tegelijk die Griek 

die zich in de rivier beziet. Zijn beeld 

verandert in het water van de spiegel 

welks glas als vlam verandert. De futiele 

rivier die voor haar zee is voorbeschikt 

zijn wij, op weg door duisternis omgeven. 

Alles zei ons vaarwel, alles verdwijnt.

’t Geheugen heeft geen boodschap aan de tijd. 

Maar ondanks alles is er iets dat blijft 

en ondanks alles is er iets dat treurt. 

Borges, Jorge Luis, Werken in vier delen, Amsterdam 2003 (De Bezige Bij)

Deel 4 Het geheimschrift en andere gedichten. Ingeleid, gekozen, vertaald en van noten voorzien door Robert Lem, pag. 310-311




Als je een wensenlijstje zou mogen opstellen in de trant van een Middeleeuws schilderij waarin de gestraften naar de Hel worden gesleept, bij wie zou je dan uitkomen? Welk soort opsomming zou dat dan worden? Waar denk je dan aan? Het blijft natuurlijk een persoonlijke invulling, gekleurd door een persoonlijk en meestal toch kortzichtig beperkt perspectief want we zijn gewoon te dom en te beperkt om het universum en de wetten van de kosmos te doorschouwen – zoals Jorge Luis Borges een paar keer vermeldt in zijn verhalen. 

Maar laten we eens een lijstje maken, ook om de eigen boosheid over de gang van zaken in de wereld wat lucht te geven en zo licht te werpen op de kwaden uit onze tijd. In willekeurige volgorde van belangrijkheid:

We kunnen onderscheiden tussen directe en indirecte moordenaars,  directe moordenaars zijn zij die de bevelen geven om oorlog te voeren, de ophitsers en vijandbeelden-verspreiders, de propaganda-ambtenaren die de vijand verketteren en aanzetten tot moord en erger…De macht rust altijd op handlangers, uitvoerders van bevelen, zij die de mensen oppakken, gevangen zetten en martelen. Zij die de kritische geesten monddood proberen te maken, zij die wetten uitvaardigen om vrouwen te onderdrukken, minderheden weg te zetten, op te sluiten concentratiekampen. Ook zij hebben bloed, veel bloed aan hun handen.

De indirecte moordenaars zijn zij die toestemmen met het beleid van de directe moordenaars, de mensen aan de kant die goedkeurend toekijken, de zwijgenden omdat het hen geen barst interesseert…

Wij kunnen onderscheiden tussen bewust handelende subjecten en domme subjecten die de productie en de toepassing van pesticiden/ecociden voorstaan, de aandeelhouders die er geld aan verdienen, de concerndirecties en besturen die bewust de risico’s verzwijgen en wegmoffelen en die ondanks hun kennis toch gif, Pfas en andere dodelijke stoffen in het oppervlaktewater blijven lozen; zij horen tot de bewuste types. De domme types zijn vooral de gebruikers waaronder heel wat boeren die zonder nadenken geloven wat hen wordt voorgehouden en zonder scrupules het land met dit gif besproeien…zo worden zij ook langzaam moordenaar…

Dan de politici die willens en wetens anderen misbruiken voor hun politieke machtsspel: anderen als zondebok, als oorzaak van alle ellende in het land etc. zoals de vluchtelingen worden ingezet als bliksemafleider voor de werkelijke problemen, alsof de luchtbel, de ballon van de immigratie het ergste is wat een land kan overkomen. 120 miljoen vluchtelingen telt de aarde momenteel. Hoeveel daarvan komen een land binnen? En hoeveel rijkdom is er wel niet om te verdelen? Alleen dat laatste is lastig want verdelen is een begrip dat in de woordenboeken van de meeste rijken en grootindustriëlen niet voorkomt. Daarom komen alle rijken die niet willen delen sowieso in de Hel, voor hen geen genade. 

Het immigratieprobleem los je alleen op als de mensen in het land van herkomst worden ondersteund zodat ze daar een leefbaar leven kunnen voeren. Als minipotentaten geen wapens krijgen en als democratische structuren van binnenuit sterker worden gemaakt door onderwijs en opvoeding. 

De gelovigen die afgeven op anderen omdat ze niet hun overtuiging aanhangen met betrekking tot gezin, familie, man-vrouw-verhouding, geboorte en dood, die geloven in de macht van het wapen, die vol haat anders gekleurden bespotten en mishandelen, die geloven in eigen superioriteit en macht, voor hen staat de Hel wijd open, inclusief en vooral voor de aanjagers van dit soort ‘geloof’ dat eerder een vorm van racisme is op religieuze gronden.

Tenslotte voor ons allen is de Hel bereid ons met open armen te ontvangen als we telkens weer in de leugens trappen van corrupte politici (want macht en geld zijn hun echte drijfveren), industriëlen, ambtenaren, die het kwaad dienen onder het mom van geld verdienen, economische groei ongeacht de kosten en de nadelen, de prijs die moet worden betaald voor het milieu, de natuur, de gezondheid…Maar Borges, de eeuwen overziend, schrijft:



EL INSTANTE 

¿Dónde estarán los siglos, dónde el sueño 

De espadas que los tártaros soñaron, 

Dónde los fuertes muros que allanaron, 

Dónde el Arbol de Adán y el otro Leño? 

El presente está solo. La memoria 

Erige el tiempo. Sucesión y engaño 

Es la rutina del reloj El año 

No es menos vano que la vana historia. 

Entre el alba y la noche hay an abismo 

De agonias, de luces, de cuidados; 

El rostro que se mira en los gastados 

Espejos de la noche no es el mismo. 

El hoy fugaz es tenue y es eterno; 

Otro Cielo no esperes, ni otro Infierno

***

HET OGENBLIK

En waar zijn de eeuwen heen, waar is de droom

Gebleven die Tartaarse zwaarden droomden

En waar de zware muren die zij sloopten, 

Waar is het Hout en waar is Adams Boom? 

Het heden is alleen. De heugenis 

Bewerkt de tijd. Opeenvolging, bedrog 

Is de routine van de klok. Zo hol 

Het jaar, zo hol is de geschiedenis. 

Tussen ochtend en avond ligt een spanne  

Van zieltogen, van lichten en van angsten; 

Het gezicht dat zich ziet in de versleten 

Spiegels van de nacht is niet meer hetzelfde. 

Het vluchtig nu is even ijl als eeuwig; 

Verwacht geen andere Hel, geen andere Hemel.

Borges, Jorge Luis, Werken in vier delen, Amsterdam 2003 (De Bezige Bij)

Deel 4 Het geheimschrift en andere gedichten. Ingeleid, gekozen, vertaald en van noten voorzien door Robert Lem, pag. 100-111


Dit betekent dat de contemporain niet alleen hij is die, het duister van het heden waarnemend, er het licht in waarneemt dat zijn doel niet bereiken kan; hij is ook degene die, de tijd verdelend en interpolerend, in staat is hem te transformeren en in verbinding te stellen met andere tijden, op nieuwe wijze de geschiedenis te lezen, te ‘citeren’ volgens een noodzaak die op geen enkele wijze voortkomt uit de eigen willekeur, maar uit een oproep waarop hij niet niet kan antwoorden. Het is alsof het onzichtbare licht dat de duisternis van het heden is zijn schaduw op het verleden werpt, en het verleden, geraakt door deze schaduwbundel, het vermogen krijgt op het donker van het heden te antwoorden.

Giorgo Agamben, in Wat is het contemporaine? in: Agamben, Giorgio, Naaktheden, Amsterdam 2011 (Sjibbolet), pag. 34-35


John Hacking 

20 juni 2024

Wereld-vluchtelingen-dag



Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.