Landschap met foto

La signe est un fracture qui ‘ne s’ouvre jamais que sur le visage d’un autre signe.

Het teken is een scheur die zich steeds opent op het gezicht van een ander teken.

Ronald Barthes

Toen de fotografie werd uitgevonden en landschappen werden gefotografeerd leek het misschien in eerste instantie of de verbeelding van het landschap in de schilderkunst een spoedige dood zou sterven. Met een fototoestel in de hand leek elke afbeelding binnen handbereik en hoefde men niet via een vaak moeizaam en tijdrovend schilderen van een landschap te wachten op het eindresultaat.  Meestal kwam dat pas na maanden beschikbaar. Maar de schilderkunst was niet overbodig geworden. Er werden nieuwe wegen ingeslagen. Het realistische landschap kreeg een impressionistische en expressionistische toets. Abstracte kunst werd een nieuw thema. In de fotografie heeft het heel lang geduurd voordat men in staat was een voor iedereen zichtbaar en ervaarbaar landschap zo realistisch mogelijk weer te geven op een foto. De eerste foto’s die in de jaren 60 van de vorige eeuw met een toestel van Kodak werden gemaakt waren duidelijk herkenbaar als fotografische producten en weken in alles af van een geschilderd landschap. De digitale ontwikkelingen op het gebied van de fotografie en film hebben totaal nieuwe mogelijkheden geschapen. Films bestaan voor een groot deel vaak uit digitaal bewerkte beelden die het achtergronddecor vormen voor scenes in de film. Dat is tegenwoordig heel normaal. 

De schilderkunst heeft ondanks al deze ontwikkelingen in mijn ogen niets van haar zeggingskracht verloren omdat via de weg van het schilderen een nieuwe ervaring van de werkelijkheid kan worden bewerkstelligd. Het geschilderde landschap is een eigenstandige grootheid die altijd al los stond van de realistische (exacte) verbeelding van het landschap. Elke verbeelding van het landschap valt sowieso nooit samen met het afgebeelde. Niet in de schilderkunst maar ook niet in de fotografie. Er is een divergentie en dat hangt ook samen met onze waarneming van de werkelijkheid omdat we zelf deel uitmaken van die werkelijkheid. Elke vorm van objectivering (door een schilderij of foto) schept ook een afstand die onoverbrugbaar is. Een kloof, een afgrond ontstaat tussen de ervaring zelf van het landschap en de verbeelding ervan. Zoals een scheur, of zelfs een afgrond, zich openbaart op het gezicht van het teken zoals Ronald Barthes schreef. Het verbeelde landschap wordt onderdeel van een semiotisch proces en krijgt zo nieuwe betekenissen. Maker, kunstenaar en toeschouwer staan hier verschillend in. Hoeveel ook gecommuniceerd wordt over dit proces en over het resultaat, ze komen nooit echt bij elkaar omdat ieder op een eigen wijze deel uitmaakt van deze werkelijkheid. Ervaringen vallen niet samen zoals een pak kopieerpapier met allemaal dezelfde vellen. 

Jaren geleden heb ik de keuze gemaakt om ook foto’s in mijn werk te gebruiken. foto’s die voor mij extra betekenis hebben omdat ze uit een context komen die geladen is met betekenis. Die betekenislading is de lading die ik zelf koppel aan dergelijke foto’s. Ze worden of ze zijn voor mij betekenisvol en dat om verschillende redenen. De betekenis kan verwijzen naar een gewelddadig verleden, naar een landschap waarin oorlog en vernietiging plaatsvond. Ze kan verwijzen naar een onschuldig landschap. Ze kan verwijzen naar een bijzondere samenhang tussen hemel en aarde, naar de horizon die je doet beseffen waar je vandaan komt en waar je naar toe wilt. De betekenis kan ook een religieuze grondslag hebben verwijzend naar verhalen uit de bijbel of uit een andere religieuze traditie. Het landschap, de relatie hemel-aarde, heeft voor mij altijd al een sacrale connotatie gehad. Dat is een persoonlijke invalshoek die niet iedereen hoeft te delen. 

Ik maak gebruik van foto’s van een bestaand landschap en verwerk die in een geschilderd landschap door de foto als uitgangspunt te nemen en de rest van het landschap erbij te verzinnen. Zo breng ik fotografie en schilderkunst bij elkaar en kunnen ze elkaar in het geschilderde landschap versterken. Twee manieren in de verbeelding van het landschap breng ik zo bij elkaar. Dan ontstaan er nieuwe betekenisvelden.

Eigenlijk is dat laatste ook een vorm van romantiek. Een verlangen naar het landschap als grootheid, naar een landschap waar we nog geen weet van hebben. Een landschap dat al schilderend ontstaat. De verfraaiing ervan door de toepassing van allerlei technieken met behulp van diverse materialen opdat er een landschap ontstaat waarin de kijker zich kan verliezen en waarin hij zijn eigen betekenissen meebrengt om het landschap te ervaren en eventueel te duiden.  Het geschilderde landschap als uitnodiging. Een uitnodiging om zelf betekenis toe te voegen.  Romantisch noem ik dit streven omdat het lijkt op de romantische landschappen in de tijd van de romantiek waar schilders naar Italië en andere plekken trokken om het ruige, het wilde landschap, de ongerepte natuur, of de vervallen beschavingen (ruïnes etc.) uit te beelden en zo een verhaal te vertellen over wat er in hun ogen verloren was gegaan door de opkomst van de industriële revolutie en de maatschappelijke veranderingen die daarbij hoorden. Al deze landschappen waren misschien geïnspireerd door bestaande reële landschappen maar de uitwerking was meestal fantasierijk en had weinig van doen met een echt landschap dat zich voor hun ogen ontvouwde. Een romantische school is toen geboren en velen hebben daarin hun talenten getoond. 

In mijn landschappen is duidelijk te zien dat er ook een foto in verwerkt is. De overgangen zijn niet vloeiend alsof er geen verschil is. Dat mag ook. Zo zie je dat de foto ook een verhaal vertelt en dat het geschilderde eindproduct vanuit meerdere dimensies kan worden bekeken. Het werk noem ik geen collage. Hoewel ik wel landschappen heb gemaakt op basis van een collagetechniek door het toepassen van meerdere afbeeldingen. 

Ik voel me heel vrij om de landschappen te kiezen die voor mij met betekenis geladen zijn. Nogmaals, dat is een persoonlijke keuze, een persoonlijke invalshoek. In de documentaire Hollands licht van jaren geleden werd de vraag gesteld of kunstenaars beïnvloed werden door het licht in de Hollandse polder en of er hier sprake was van een bijzonder licht. We leven tenslotte in het Noorden in een vlak landschap met veel water en weinig contouren. Ik betwijfel zelf of het licht hier werkelijk anders is dan in een berglandschap of woestijn, maar de ervaring ervan heeft ook te maken met de andere factoren die van invloed zijn zoals de afstand tot de evenaar (de kracht en nabijheid van de zon). Zo kan het al gauw schijnen dat door die ervaring ook het licht anders is. In de documentaire werden talloze opnames gemaakt van het landschap vanaf een zelfde locatie. Daardoor ontstonden grote verschillen. Een deel van die opnames heb ik weer in foto’s omgezet om te gebruiken in een geschilderd landschap. Het originele landschap is daarin nauwelijks nog herkenbaar, maar dat hoeft ook niet. Deze actie was een leuk experiment om dit betekenisvolle landschap uit de documentaire op een nieuwe wijze te beleven.

Een ander voorbeeld is het landschap bij Kleve, Kermisdahl, een overblijfsel van een waterloop die nu veranderd in een soort van kanaal tegen de heuvelrand die door de ijstijd is opgeworpen in Kleve en omgeving. Ik kom daar al jaren en telkens is de sfeer anders. Deze keer heb ik ervoor gekozen om foto’s te gebruiken in diverse maten. Zodat er ook verschillende series ontstonden met telkens dezelfde foto’s als uitgangspunt. Zo ontstaan er totaal nieuwe werken die eigenlijk in weinig opzicht op elkaar lijken maar die wel uitgaan van hetzelfde uitgangspunt. Fotografie en schilderkunst bevruchten elkaar en leveren volledig nieuwe producten op waar je heel verschillend naar kunt kijken. Op de grotere werken is de foto goed zichtbaar en trekt alle aandacht. Op de kleinere werken moet je al snel beter kijken – de foto is niet meteen zichtbaar. Maar het principe of uitgangspunt blijft hetzelfde. Ik combineer ook verschillende technieken waardoor er een nieuwe vormentaal ontstaat. De combinatie van pigmenten op waterbasis, gebonden met een acrylaat of met caseïne, inkten en sumi-e (zelfgemaakt of kant en klaar) in verschillende diktes levert telkens nieuwe werken op. Als ik tevreden ben met het eindresultaat krijgt het werk een vernis zodat het beter is beschermd. Nadeel hiervan is echter dat het daardoor langer moet drogen. Maar dat is een kleiner probleem. Mijn werk krijgt daardoor een eigen zeggingskracht, zeker als er meer schilderijen naast elkaar worden getoond. Schilderkunst en fotografie vormen zo een nieuwe wijze van benaderen en verbeelden van het landschap. Telkens weer nieuw, telkens weer anders.

John Hacking 

15 oktober 2020

Kermisdahl 

6 werken 50×64 cm; 

16 werken 30×40 cm 

15 werken 30,5×22,5 

Op vimeo als film: http://vimeo.com/jeanhacquin

Op Weebly ook ander werk: 

https://horizonlandschap.weebly.com/landscape-with-photo-2020.html

Op Saatchiart.com: https://www.saatchiart.com/hacquinjean

bron: Barth, R., Das Reich der Zeichen, Frankfurt am Main 1981 (Suhrkamp), p. 76