Gebroken existentie

Viering op 24 januari ’16

Kunstwerken: schilderijen van Marlieke Overmeer (en beeld)

Lied: Psalm 25 (gezang 2) – Verzameld Liedboek (p. 53)

Welkom

Laat niets je verontrusten, laat niets je beangstigen,

wie zich aan God vasthoud ontbreekt niets,

God alleen is genoeg.

Alles gaat voorbij,

God verandert nooit.

Geduld bereikt alles.

Beste mensen welkom in deze viering.

Vandaag starten we met drie vieringen die alle drie in het teken staan van kunst.

Vandaag schilderkunst, met werk van Marlieke Overmeer, volgende week poëzie met gedichten van mensen uit de gemeenschap,  zelfgemaakt of van anderen die hen inspireren en de laatste keer beelden van de hand van Mieke van den Hoogen. En drie keer luidt het thema: gebroken existentie.

Vandaag zullen we vooral veel zingen – liederen die een soort van illustratie vormen bij de schilderijen en het beeld van Marlieke. Drie keer zal ik een korte duiding geven naar aanleiding van de gekozen teksten en het werk dat hier hangt.  Ik wens ons een fijne viering toe en veel inspiratie.

Laat ons bidden: Vader in de hemel – open ons hart, open onze geest opdat uw vlam van liefde ons kan verwarmen, ons kan inspireren, ons kan doen ontvlammen zodat wij openstaan voor elkaar, voor U, voor deze wereld. Amen.

  • Stilte

Lied: Onstilbare tonen  – Verzameld Liedboek (p. 510)

Onstilbare tonen,
zwijgende woorden
mogen hier klinken.

De mond die ze zingt,
het hart dat ontvangt
zij gezegend.
Zoals een landschap
meer ruimte is dan te zien is
en zoenen meer zijn dan
perfecte vorm van de lippen,

zo roepen wij uit wirwar
tevoorschijn een weg,

een lichtgestalte uit
dromen en schaduw van dood.
Zo wordt van aarde tot hemel
Gij onze enige ware.

Johannes 8,1-11 (NBV)

Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?’ Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond.  Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand,heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’

kijk , 2010, olie op doek, 80x100

Kijk, 2010, olie op doel, 80 x 100 (project ‘Gelaten Gelijnd’)

  1. Duiding

Te kijk gezet, deze vrouw. In het midden tussen de mannen. Mannen zullen oordelen over haar – ze is ten dode opgeschreven. Waar is de man die meedeed aan het overspel? Treft hem geen blaam? Waarom alleen een vrouw aan de schandpaal genageld? Waarom zijn het altijd de vrouwen die de dupe worden tot in onze tijd? Waarom zijn het altijd de mannen die buiten schot blijven? Kranten staan vol met vrouwen die slachtoffer worden Van aanranding, seksueel geweld, zuuraanvallen … het houdt niet op. Dat is ook nu nog actualiteit. Er is geen snars veranderd sinds Jezus. Maar vandaag gaat het niet over overspel en ook niet over de   rol van de mannen –  terzijde: waarom zou de Messias een man moeten zijn?

Vandaag gaat het over kijken, over bekeken worden. Over openbaar en verborgen. Het werk op de voorkant van het boekje dat hier in de kerk hangt heet kijk. Een vrouw kijkt door een soort van spleet. In het werk van Marlieke zijn overal vrouwen zichtbaar: ze kijken – ze kijken weg, ze kijken je aan of ze kijken net langs je heen – zijn afwezig – niet met hun gedachten erbij, zou je kunnen zeggen. Niet de confrontatie zoekend. Maar een zachte manier van zich uitdrukken, voorzichtig, aarzelend, tastend. Kijken heeft meer dimensies: het is niet alleen een actieve daad. Dit kijken werpt je terug op je zelf, er is een beweging naar binnen.  Kijkt u straks maar eens heel goed naar dit werk.

Kijken komt van ‘gucken’ dat teruggaat op een oudere stam die verstoppen verbergen, verhullen, toedekken betekent. Kijken is dus kijken vanuit een verborgen positie. Marlieke heeft dat heel goed aangevoeld in dit werk.  Maar kijken is ook bekeken worden.  Het schilderij wordt door ons bekeken en doet iets met ons. Werkt – roept op…

De vrouw in het midden van de mannen wordt bekeken, beoordeeld, veroordeeld.  Maar Jezus pakt het slim aan. Hij speelt het spel niet mee. Hij schept letterlijk ruimte door zijn blik af te wenden. Door te schrijven in het zand…Vanuit die ruimte kijkt hij opnieuw naar de mannen. “Wie ben jij om te oordelen? Wie ben jij om stenen te gooien?”luidt zijn vraag. Dan druipen ze af en de levensbedreigende ruimte die de mannen vormden  om de vrouw gaat open. Ze is vrij – ze leeft, ze mag leven, ook van Jezus.

Lied: Delf mijn gezicht op – Verzameld Liedboek (p. 744)

Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie mij ontmaskert, zal mij vinden.
Ik heb gezichten, meer dan twee,
ogen die tasten in den blinde,
harten aan angst voor angst ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.

Delf mijn gezicht op, maak mij mooi.
Wie wordt ontmaskerd, wordt gevonden
en zal zichzelf opnieuw verstaan,
en leven, bloot en onomwonden,
aan niets en niemand meer ten prooi.
Delf mijn gezicht op, maak bij mooi.

Doornroosje, 2008, olie op doek, 60x120 kopieDoornroosje, 2008, 60 x 120, olie op doek (project ‘Boodschappen Doen’)

  1. Duiding

Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Dit stille verlangen spreekt ook volgens mij uit het werk van Marlieke. Ontmaskerd worden, kijken achter het masker, achter de omhulling. Als u naar het beeld kijkt dat hier staat zult u het zien. Het geschilderde gelaat ligt over het lachende gezicht, verhult het. De ogen weggedraaid, ze kijken je niet aan.

Of Doornroosje dit werk daar, een vrouw met boodschappentas, het hoofd weggedraaid. Welke prins zal haar wakker kussen? Soms moet er moeite worden gedaan, een extra inspanning om iets mooi te maken. Een mens tot zijn recht te laten komen.  Omdat het leven zijn sporen heeft achtergelaten. Pijn, verdriet, tegenslagen, mislukkingen.  Een bestaan, een existentie met littekens, pijnlijke wonden, gebrokenheid. Marlieke schildert geen dramatische taferelen op het eerste gezicht. Wondering uit 2012 gaat over besmetting met radioactief materiaal. Ze ziet het niet, maar het raakt je wel…Na de kernramp in Japan… Maar ook hier een vrouw in beeld en het lijkt alsof ze is omgeven met bloemblaadjes. Bloemen van de kersenboom, symbool voor vreugde en hoop in Japan.

Delf mijn gezicht op, maak mij mooi. Dit stille verlangen voedt onze ziel, daarop hopen wij, daarnaar verlangen wij. Misschien spreken we het niet vaak uit, zeggen we het niet met zoveel woorden. Maar het is een diepe, diepe wens, zo vermoed ik, eentje die rust op de bodem van onze ziel, ook al zijn we het met ons verstand misschien  nauwelijks bewust.

Thema in veel werk van Marlieke is het alledaagse, het gewone, de huishoudelijke  dingen, de taken die moeten gebeuren. Thee zetten, de afwas, de boodschappen. Daarom is de theemuts als het ware een soort van ikoon geworden in haar werk. In de gebroken existentie schijnt licht, worden wij ontmaskerd, in onze schoonheid blootgesteld, komen wij tot onszelf, wie wij zijn, ten diepste…

wondering, 70x70, 2012Wondering, 2012, 70 x 70 , olie op doek ( project Gogyoshi Art Project)

Lied: Naamloos schooiert liefde – liturgische gezangen II (p. 58)

Naamloos schooiert liefde langs de wegen
Die beweegt de zon en alle sterren,
Naamloos schooiert liefde langs de wegen

ziet de mensenkinderen al van verre,
zoekt hen op in hun bezeten dromen,
wekt hun rede weer, hervindt hun namen,
temt de stormen van hun vergezichten,
sluit de deur toe achter hun verleden.

Die ons geeft nieuw licht in onze ogen,
ons doet hopen dat nog nooit geziene:
nieuwe aarde op de vloed heroverd.
Die in diepe zin-verloren nachten
schenkt een uur van waarheid en genade:
hakt bronaders in de rotswand open,
plant een eikenwoud op woeste hoogten.

Die beweegt de zon en alle sterren,
levend woord dat nooit ons zal ontbreken,
aller mensen naam en zielsbeminde

naamloos schooiert liefde langs de wegen
maar vindt in mensen rust en duur,
naakt en veilig- wij die nog leeg zijn
en ongenadig,
halve waarheid, kilte, schemer,
kreupel vuur-
Liefde, neem ons één uur,
dat wij ontvangen, weten.

Marlieke Overmeer zwarte mond helene S 2011Zwarte mond van Helene S., 2011 (uit project ‘Gelaten Gelijnd’)

Gedicht: En Jezus schreef in ’t zand

Jezus schreef met Zijn vinger in het zand.
Hij bukte zich en schreef in ’t zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.

De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.

Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister naar het lied.

En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos

waarmee zij heen ging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.

Gerrit Achterberg

Gelijnd 5 , olie op paneel, 60x60, 2009Gelijnd 5, 2009 , 60 x 60 olie op paneel  ( project ‘Gelaten Gelijnd’)

  1. Duiding

En Jezus schreef in het zand. De dichter Gerrit Achterberg drukt het mooi uit. Hij weet als geen ander hoe het is om veroordeeld te worden. Jaren lang heeft hij vastgezeten wegens het doden van zijn hospita. Gebroken existentie.

Aan de buitenkant is het niet te zien, maar wat speelt zich af in de ziel? De schilderijen van Marlieke geven geen antwoord maar stellen wel die vraag. Jezus was het zelf vergeten, wat hij schreef in het zand. Zo Achterberg. De schilder schildert en het schilderij ontstaat. Hoe en waarom? Vaak is het in mist gehuld.  De woorden laten los, de betekenissen zijn er vele. De vrouw bij Jezus vangt zijn woorden op, zij branden in haar blos. Het schaamrood stijgt naar haar kaken. Maar als een kind zo licht gaat zij op nieuw haar leven in.

De goddelijke lichtstraal, die Jezus volgens Johannes is, wordt gebroken in deze vrouw, doorschijnt haar, een prisma aan kleuren…Zo wordt de ziel blootgelegd: in de schaamte komt ze aan het licht. En dat geldt ook voor ons: in de schaamte kunnen we ons niet meer verstoppen. Dan liggen wij bloot, staan we te kijk gezet.  Ik vermoed dat veel van het werk van Marlieke cirkelt om dit thema.

De ziel schilderen, dat valt niet mee, maar de buitenkant dat gaat. Daarmee kun je je laten zien, ben je zichtbaar, wordt je kenbaar. Herkenbaar, als mens, als kind, als man en als vrouw.  Theresia van Avilla is voor Marlieke een grote inspiratie.  Een verborgen stroom, een onzichtbare draad in al haar werk: Alles gaat voorbij, God verandert nooit. Geduld bereikt alles.

Lied: Nada te turbe (Taize)

Nada te turbe                                     Niets verontruste je

nada te espante;                                Niets make je angstig;

todo se pasa;                                     Alles gaat voorbij;

Dios no se muda,                              God verandert niet,

la paciencia                                       Het geduld

todo lo alcanza.                                 Overwint alles

Quien a Dios tiene,                           Wie aan God vasthoudt

nada le falta.                                     Hem ontbreekt het aan niets.

Solo Dios basta.                               Want God alleen is genoeg.

 

Marlieke Overmee peins 1 en 2  2011Peins 1 en 2, 2011, 50 x 50 olie op doek ( project ‘Gelaten Gelijnd’)

  • Muziek/collecte

Tafellied Gij die weet – Verzameld Liedboek (p. 612)

  • Onze Vader
  • Communie

Lied: Gij die het sprakeloze bidden hoort – Verzameld Liedboek (p. 547)

Gij die het sprakeloze bidden hoort
achter de woorden die wij tot U roepen.
Gij die de mensen ziet zoals geen mens.
Gij die Uw woord in ons hebt neergelegd
in den beginne als een bron van weten.
Gij die ons hebt geschapen naar U toe.
Wek onze kracht, vuur onze hartstocht aan,
heradem ons dat wij in U volharden.
Doe lichten over ons Uw lieve naam.

  • Voorbede

Slotlied:  Als vrijheid was – Verzameld Liedboek (p. 796)

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn
wij zaaiden bronnen uit in de woestijn,
wij oogstten zeeën zonder te vervaren.

Wij tussen moed en wanhoop. Waarom weten
wij wel wat leven is maar leven niet?
Soms gaan wij op de vleugels van een lied
en durven onze zwaartekracht vergeten.

Verlangen, pijn van onbekende duur:
turen de verte in, niet kunnen laten
een stad te zien, een tuin, doorschijnend water
dan valt de nacht over het middaguur.

Maar voorgevoel van liefde duurt het langst,
heugenis aan het woord in den beginne,
licht – ongebroken val het bij ons binnen.
Even zijn wij ontkomen aan de angst.

Als vrijheid was wat vrijheid lijkt, wij waren
de mensen niet die wij nu angstig zijn
wij zouden niet meer vluchten voor de pijn
en voor de grootste liefde niet vervaren.

  • Zegen

werk dat tentoon werd gesteld:

www.marliekeovermeer.nl

 

  • Doornroosje, 2008, 60 x 120, olie op doek (project ‘Boodschappen Doen’)
  • Gelijnd 5, 2009 , 60 x 60 olie op paneel  ( project ‘Gelaten Gelijnd’)
  • Kijk, 2010, olie op doel, 80 x 100 (project ‘Gelaten Gelijnd’)
  • Peins 1 en 2, 2011, 50 x 50 olie op doek ( project ‘Gelaten Gelijnd’)
  • Wondering, 2012, 70 x 70 , olie op doek ( project Gogyoshi Art Project)
  • Zwarte mond van Helene S., 2011 (uit project ‘Gelaten Gelijnd’)
  • Nada te turbe, 2004

 

Marlieke Overmeer nada te turbe 2004

Nada te turbe 2004