Conceptueel aftasten

In het artikel van Jeannot Simmen, met de titel Pure Form – Spur der Transzendenz, (gepubliceerd in Wieland Schmied, Jürgen Schilling, Gegenwart Ewigkeit. Spuren des Transzendenten in der Kunst unserer Zeit, Stuttgart 1990, Edition Cantz, pag. 105-109) geeft de auteur vanuit de geschiedenis van de filosofie een zogenaamde tijd-spiraal weer waarin diverse thema’s zichtbaar worden gemaakt die ook in de geschiedenis van de kunst een rol (kunnen) spelen. Simmen stelt:

Überlegt man sich das Schema von Realität und Wahrnehmung, von Irdischem und Idealem, wird dies als geschichtlicher Rundgang simpel so zu fassen sein, wie das erste Schema (zie afbeelding) veranschaulicht. Der Begriff einer Simulation lässt sich nur bedingt auf Kunst anwenden, da Kunst allemal simulierter Prozess ist und war.“

In diverse periodes van de filosofie kan globaal een thema worden aangewezen dat centraal staat en waar de aandacht op valt. Dit thema kleurt ook de kijk op de werkelijkheid en maakt zichtbaar waarop de focus ligt. In de kunst heeft dat zijn uitwerking omdat ook de  kunstenaar dit in zijn actueel werk oppakt en probeert te verbeelden. De vraag of deze typologie helemaal klopt wil ik hier niet onderzoeken en niet beantwoorden. Het schema heeft een zekere verleidelijkheid en de vraag die ik wel wil stellen gaat vooral over de situatie waarin wij ons nu bevinden en wat ons in de nabije toekomst te wachten staat.

Wat zou er na 1990 komen? Stel dat dit klopt: 1500 visie; 1700 illusie; 1800 ideaal ; 1900 fictie ; 1990 simulatie; krijgt 2020 het algoritme of de waarschijnlijkheid als thema? En wat in 2050? Hoe gaat het verder naar de toekomst, vooral gezien het feit dat wij er steeds beter in slagen om de werkelijkheid te controleren en te manipuleren? Een ontwikkeling van waarschijnlijkheid naar zekerheid/waarheid? En wat houdt deze waarheid dan in? In ons schema wordt niet nader geëxpliciteerd waar visie, illusie, ideaal, fictie en simulatie voor staan. Maar met een beetje inlevingsvermogen kun je een heel eind komen. Ik doe een poging en noem een paar invalshoeken en voorbeelden.

Visie staat voor de periode van de ontdekkingen van de nieuwe wereld(en), de steden die groter en groter worden, de verspreiding van het christendom via de missionarissen die meevaren op de koopvaardij- en oorlogsschepen. De visie van en op een nieuwe wereld: terra incognita wordt steeds meer terra cognita. De geheimen van de wereld worden beetje bij beetje ontsluierd.

Illusie staat voor de ontdekking dat de bijbel niet de blauwdruk levert voor de tijdschalen, het ontstaan van de aarde, de actuele constellatie van de geschiedenis. De eerste ontmanteling van het religieuze bouwwerk waaraan alle andere wetenschappen onderworpen lijken te zijn begint plaats te vinden in het openbaar. Religies hebben een illusoir bouwwerk opgericht om hun kijk op de wereld te funderen en via machtsstructuren te vestigen en te onderhouden. Dat begint nu te wankelen. Het is de tijd die ook als de Verlichting bekend staat.

Ideaal staat voor de tijd van de stroming van het idealisme in de filosofie waarin de filosoof Hegel een van de spraakmakendste is. In zijn ogen is de uitkomst van de geschiedenis  een vorm van uiteindelijke culminatie, namelijk de geschiedenis als proces en als een ontwikkelingsgang van de geest die tot zichzelf komt. Het is ook de tijd van de romantiek in de kunst.

Honderd jaar later is het echter met het intreden van de mogelijkheden van de fotografie en de film de fictie die centraal staat. De film en de foto zijn beiden kunstmatige werkelijkheden, ze zijn geen realiteit maar verbeelding, afbeelding ervan via het medium van een nieuwe techniek. De mogelijkheden van het apparaat bepalen nu het resultaat ook al denkt de fotograaf bijvoorbeeld dat hij de meester is in dit proces. Vilém Flusser, heeft in Für eine Philosophie der Photografie, Berlin 2011 ( Edition Flusser), conscentieus aangetoond hoe dit in werkelijkheid zit. Alle moderne kunststromingen vinden hier hun basis: vanaf het impressionisme tot en met de abstracte kunst en alle afgeleiden daarvan.

Simulatie is de situatie waarin de werkelijkheid nieuwe gestalte krijgt in de ‘Nachbildung’ ervan die op veel manieren plaatsvindt. In feite is de computer ook een poging om de analoge werkelijkheid zoveel mogelijk digitaal in de greep te krijgen, allereerst via de weg van de informatie, de kennis van en over de werkelijkheid en alles wat zich daarbinnen afspeelt en vervolgens via de weg van de manipulatie, de gestuurde computerprocessen die niet meer zijn weg te denken uit onze samenleving. Geen auto rijdt meer zonder, geen vliegtuig kan vliegen zonder deze techniek.

Het algoritme bereidt de weg voor een nieuwe benadering van de werkelijkheid en de maatschappelijke processen die daarin plaatsvinden. Het is een streven naar beheersing en naar manipulatie die zo dicht mogelijk op de huid van de werkelijkheid wil zitten. Grote ‘vangnetten’ worden uitgezet om maar zoveel mogelijk data te vangen en te ordenen. Daardoor ontstaan nieuwe mogelijkheden die nog niemand had kunnen vermoeden omdat de werking van de algoritmen soms onvoorspelbaar is binnen de immense vloed van data. Nieuwe inzichten op basis van nieuwe relaties (ordeningen), nieuwe mogelijkheden om in te grijpen en te beïnvloeden, de opkomst en verspreiding van de zogenaamde ‘social media’, duidelijk een eufemisme, want het enige sociale hieraan is dat we massaal onze data afstaan aan de verzamelaars onder het mom van contact met de achterban.

Stel nou dat de beïnvloeding via de digitale werkelijkheid zover gaat dat het digitale domein het analoge domein volledig gaat beheersen en bepalen, dat vanaf de wieg tot het graf we gemonitord en beoordeeld gaan worden, gestuurd via straf en beloning, en dat er uiteindelijk geen werkelijkheid meer voorstelbaar is buiten dit domein, dan zijn we in feite een soort van robot geworden. Nu denken we nog dat de robot meer en meer menselijke trekken moet gaan aannemen om geïntegreerd te kunnen worden in onze samenleving en ons persoonlijke bestaan. Maar misschien is het wel omgekeerd: worden wij meer en meer beïnvloed om als een soort van robot te passen in het systeem. Vrijheid wordt dan opnieuw gedefinieerd als programmeervrijheid van de digitale werkelijkheid. De programmeurs worden de machtigste mensen op aarde. Ware kunstenaars die de werkelijkheid letterlijk ontwerpen en vorm geven. Met alles erop en eraan. Science fiction is dan realitas, geen fictie meer. .

Is er dan nog plek voor kunst en bestaat kunst dan nog wel? Is kunst dan een onderdeel geworden van het programmeren? En de relatie met een transcendente werkelijkheid waarnaar kunst nu kan verwijzen? Is die helemaal vervallen omdat alles digitaal geworden is en transcendentie een relict of een fictie uit het verleden? Of is transcendentie de enige vrijhaven, de enige plek waar het digitale geen invloed heeft? Hoe ziet dat dan uit? En welke mensen bewonen of leven op die plek? Of kan er niemand wonen net zoals nu er niemand kan verblijven? Misschien is het begrip transcendentie zelf wel veel te vaag en te onwerkelijk en is het aan herziening toe? Als er een God of godheid werkt in de werkelijkheid waardoor de krachten hiervan overstegen worden, of in een ander licht gezien, wat betekenen deze gedachten dan voor de toekomst waarin de programmeurs alles gaan bepalen? Creëren ze dan maar meteen een soort van religieus systeem erbij om op die wijze de mensen in het gareel te houden door hun een religieuze worst voor te houden? Religie als zin in en van het bestaan, ook al is dat helemaal digitaal geworden? Dat zou tenslotte betekenen dat religie onontbeerlijk is als zingevingssysteem, als een vorm van filosofie die onder al ons handelen ligt en die dat fundeert. Misschien ook wel vanuit het besef dat de mens ondanks alle digitaliteit toch niet kan instemmen met de gewaarwording van de feitelijkheid dat hij slechts een heel klein radertje is in het grote systeem? Dat zijn lichaam uiteindelijk, hoe technisch ook aangepast, toch meer is dan het geprogrammeerde gedrag waar hij aan onderworpen is als levende robot? Is het lichaam, is onze lichamelijkheid dan uiteindelijk de reddingsboei waar we ons aan vast kunnen en aan vast moeten houden in de naaste toekomst, om niet alle autonomie te verliezen aan de computer?

We zullen het zien, we zullen het aan den lijve gaan ervaren. Momenteel zal het zo‘n vaart nog niet gaan lopen om de doodeenvoudige reden dat je miljarden mensen en de werkelijkheden waarin ze leven niet kan manipuleren op de wijze die je voor ogen staat, ook al ben je de president van een groot land als China, Rusland of de VS. Er zullen voorlopig nog genoeg vrijhavens overblijven waar de digitale arm van de overheid minder invloed zal hebben en waar kunstenaars in de ware zin des woords hun kunsten kunnen vertonen – kunst die vrijheid verbeeldt en die vrijheid vorm geeft, ook in relatie tot het onuitsprekelijke, het transcendente en het humane in en van de werkelijkheid.

John Hacking

8 juli 2022