Natuur


“Poem is a verba[ picture; and picture is a silent poem.”
(Su Tung-p’o)

De traditionele westerse schilderkunst vertelt verhalen, de oude Chinese schilderkunst drukt alleen stilte uit. In deze stilte spreekt niet het gepijnigde ik van de schilder, niet het bijbelse verhaal, niet de sociale nood, niet de vaderlandse pathos, …. Er valt over een Chinees landschap eigenlijk niets te zeggen en dit feit zal de kunsthistoricus niet direct gelukkig stemmen. Maar vele van deze werken verwekken in mij een vreemde resonantie, die ik niet analyseren kan. Daarom wens ik de lezer ook op deze directe wijze te confronteren met deze ‘zwijgende filosofie’. De hier voorgestelde landschapschilderingen zijn niet het resultaat van een systematische keuze, maar van een toevallige ontmoeting, die aanleiding gaf tot een aandachtige aanwezigheid. Met dit laatste bedoel ik niet een analytisch onderzoek van de voorstelling, maar een meditatieve ervaring van de dieptedimensie. Het is pas in een langdurige en vaak herhaalde contemplatie dat de kunstwerken zich geopenbaard hebben. De woorden die ik er hier aan wijd, zijn dan ook geen sleutel tot een verborgenheid, maar een voorzichtig stamelen van een ontroerd gemoed. Wie deelachtig wordt aan de veldwerking van deze authentieke kunst, heeft veel meer begrepen van de Chinese ‘ziel’, dan alle filosofen hem ooit zullen kunnen vertellen. (Ulrich Libbrecht, Inleiding Comparatieve filosofie IIIB. Wetenschap, Zen en Theologie, p. 869)


Het Chinese en Japanse landschap dat met sumi-e is geschilderd is voor ons westerlingen vaak ‘ondoorgrondelijk’ omdat het meestal veraf staat van onze dagelijkse werkelijkheid. Gewend als we zijn aan de kleurige reclamefolders en films van toeristische oorden met bijzondere landschappen, met foto’s die ons daar naar toe moeten lokken tijdens onze vakanties, of foto’s van onze eigen nationale natuurlandschappen, de Waddenzee, de Veluwe, De Biesbos, delen van Zuid Limburg, of andere delen van Nederland waar Natuurmonumenten de scepter zwaait, lijken deze (vaak) zwart-wit verbeeldingen van een bergmassief of de grote lege vlakken een ver van mijn bed show. Er valt over het Chinese landschap eigenlijk niets te zeggen, zo Libbrecht, in bovenstaand citaat. Daarom zal ik ook er nu niets over zeggen, behalve dat er een bepaalde manier van kijken uit spreekt die verbonden is met een zekere spiritualiteit van het Taoïsme en Zen-Boeddhisme. Naar aanleiding van een schilderij waarin een klein mensfiguur staart naar de bergen en de grote leegte erom heen, schrijft Libbrecht:

Teruggetrokken in een hoek van het bestaan, kijk ik naar de grote leegte — het Mysterie van de wereld. Maan en wind — deze laatste gesymboliseerd in één enkele tak van een pijnboom—, zijn de fenomenen die zich opstellen tussen mij en de leegte. Ondanks hun gebondenheid aan de tijd, zijn zij kinderen van de leegte. Een Ch’an gezegde luidt: “Sinds alle tijden eeuwige leegte; wind en maan van één dag”, waarop het commentaar van Sheng-neng zegt: “Uiteraard zullen we ons niet hechten aan de wind en de maan van één dag en de eeuwige Leegte vergeten. Maar we zullen ons ook niet hechten aan de eeuwige Leegte en de wind en de maan van één dag vergeten.”
Dit is het zuiverste Zen: het Grote Mysterie is geen abstractie die zich op oneindige afstand van mij bevindt, het bevindt zich overal rondom mij, het bevindt zich ook in mij.

“De Grote Leegte is wijd en breed, niets hindert haar,
zij doet het wonderbaarlijk Zijn van Dat wat uit zichzelf zo is, rondgaan.

Gesmolten vormt ze stromen en beken, gestold vormt ze bergen en hoogtes.”

Het mysterie van het bestaan, in Heideggeriaanse termen ‘Seyn’ (Zijn), is onkenbaar maar toch ervaarbaar omdat het overal aanwezig is en de basis vormt voor elke vorm van bestaan. Ik verwijs hier expliciet naar de Duitse filosoof Heidegger omdat in zijn zoektocht naar het ‘Seyn/zijn’ en de wijze waarop hij dit beschrijft, dit ‘Seyn/Zijn’ veel weg heeft van een geheim, een mysterie dat we nooit kunnen en zullen doorgronden. Paradoxaal genoeg kunnen we er wel over spreken – net zoals wij over de leegte kunnen spreken, haar niet denken of bedenken, maar haar wel in bijvoorbeeld het landschap ervaren. Maar wat ervaren we dan en wat doet dat met ons? Ik vind de omschrijving in het bovenstaande gedicht wel toepasselijk op het begrip ‘Seyn/Zijn’: het wonderbaarlijk Zijn van Dat wat uit zichzelf zo is. Er is geen grond, geen reden, geen functie waaraan dit ‘Seyn/Zijn’ gekoppeld is. Ik weet niet of Heidegger het hier mee eens zou zijn, maar dat is voor mij van minder belang. Het is zoals de natuur is. De natuur die wij zelf ook zijn, ook al handelen we vaak alsof we daarboven staan en dat het ons niet aangaat wat er in de natuur plaatsvindt. Hoe blind kun je zijn?



Landschap en ziel

Al heel lang ben ik geïnspireerd door het Chinese en Japanse geschilderde landschap. Libbrecht spreekt over een stemming die het oproept, een soort trilling, die hij ook bij zichzelf herkent. Ik kan daar wel inkomen. Het landschap roept niet alleen een stemming op, maar stemt je ook: je gaat anders ervaren. Bomen zijn opeens niet alleen maar bomen, bergen niet alleen maar bergen. De afstandelijke houding verdwijnt, je krijgt een relatie met het landschap, het landschap krijgt een relatie met jou. Een hedendaagse fotograaf die dit heeft begrepen en die door zijn werk hiervan getuigt is: Wang Wusheng. Op zijn website http://www.wangwusheng.com wordt dit duidelijk. Hij fotografeert de bergen alsof hij een landschapschilder is. De bergen krijgen zo een symbolische kracht die ze ook in het geschilderde landschap hebben. Hij fotografeert symbolen, zijn foto’s leggen getuigenis af van deze symbolen. Ik gebruik voor het gemak maar het begrip symbool omdat de betekenis hiervan is dat het werkelijkheden bij elkaar brengt. Mijn ervaring van het landschap en alles wat dit met mijn innerlijk gemoed doet, druk ik uit in een geschilderd landschap waarin precies mijn ervaring centraal staat. Het landschap symboliseert mijn waarnemen en ondergaan van de concrete berg en de concrete leegte.
In het Taoïsme is het ondenkbaar om de natuur, het landschap, de leegte te ervaren als een object waar je op afstand staat. Er is geen functionele houding en ook geen rationele instelling waardoor het landschap of de natuur wordt geïnstrumentaliseerd. Het landschap staat niet in dienst van de mens, niet van dit subject dat denkt dat het de natuur ontstegen is, terwijl het fysiek nog altijd een soort aap is. Met dito emoties en gedrag. Honderdduizend jaar ontwikkeling vlak je niet maar zo uit ook al planten we chips in breinen van mensen waardoor ze zonder handen kunnen schaken.
Het landschap doet iets me je als je er voor open wilt staan. Als je jouw ziel wilt laten raken, als je verwonderd kunt genieten van het wonder dat zich om je heen afspeelt. Daarom zijn natuurfilms populair. Ze brengen een onbekende nieuwe wereld bij je binnen. Iets wat je vaak in je stoutste dromen niet had kunnen dromen. Kijk eens door de ogen van een bij naar de wereld, of ruik eens als een olifant op kilometers afstand water. Dat is ons niet letterlijk gegeven maar door de natuurfilms nemen we er kennis van. Je gedragen alsof de wereld om jou draait, alsof alleen jouw belang telt is meer dan een domheid of dwaze blindheid. Het is een vorm van moord met voorbedachte rade op de langere termijn.
Sommige boeren halen hun gelijk via terreur – Europese verkiezingen komen eraan en de politici zijn bang voor het verlies van stemmen aan extreem rechts. Een club die nu helemaal niets te bieden heeft voor de toekomst dan een berg valse beloftes en ijdele hoop. Voor veel boeren is grasland natuur. Maar dat grasland met een enkel soort, volgepompt met mest, is een vergiftigde grond. Er groeit niks anders op. Geen beest wil erop leven. Het is hetzelfde als beweren dat een menselijk leven niet meer is dan een verzameling van jaren. De rest doet er niet toe. Ervaringen, emoties, hoogte- en dieptepunten, allemaal niet relevant.

Het landschap en de natuur kunnen ons leren dat wij deel zijn van een veel groter geheel en dat winstbejag niet de leidende motivatie mag zijn om alles naar je hand te zetten en de aarde zo langzaam te vernietigen. De wal keert het schip, maar het schip zal dan wel zinken want het is onderworpen aan wetmatigheden die de rol en het handelen van de kapitein ver te boven gaan.
Het is tragisch, het is een grote tragiek, dat wij ons verstand niet inzetten, onze geest niet openen voor andere inzichten dan het kapitalistisch gewin en onze zucht naar alleenheerschappij. En als je dat ook nog als ‘gelovige christen’ doet of als aanhanger van een andere religie, vind ik dat helemaal meer dan verwerpelijjk. In de Psalmen luchten de dichter/zangers voortdurend hun hart. Ze vragen van alles aan God, maar ze voeren het zelf niet uit in de Naam van God. Als je denkt het te moeten uitvoeren ben je beland aan de kant van de religieuze terroristen. Voor die mensen is er eigenlijk geen plaats in de wereld want ze vernietigen niet alleen zichzelf maar ook de hoop voor velen op een wereld zonder dit soort verdwaasden. Daarom kan ik alleen maar pleiten voor meer openheid en inzicht voor de grote krachten die in de natuur spelen en waarvan we allemaal deel uitmaken: liefde is naast haat en geweld een overweldigende kracht. Dat kan het zijn. Liefde die aanzet tot verantwoordelijk handelen. Het is aan ons om dit concreet handen en voeten te geven, ook voor de dieren, de planten, de aarde zelf. Opdat er een toekomst zal zijn voor hen en voor alles wat na ons komt. Haatzaaiers, ook al hebben ze pretenties om minister-president te worden kunnen daarbij gemist worden als kiespijn.



Gesang

ZUM Schluss ein letztes Wort!
Ich sage es für dich
zur Stunde, da mir Hell und Dunkel beide beides sind.
Wir leben nach demselben Plan und wissen’s von einander.
Nicht nach demselben Plane sterben wir.
Es geht verschieden aus;
Ja umgekehrt, verschieden.
Braungesicht und blaue Augen scheiden wir hier aus.
Ihr in Süd, Nord, Ost und West, wohlauf wir kehren heim!
In schwarzer Nacht noch siehst du hoch
auf tausend Gipfeln Schnee

Bi-Yän-Lu. p. 21


Gezang

Ten slotte een laatste woord!
Ik zeg het voor jou
op het uur, want voor mij zijn licht en donker beide.
We leven volgens hetzelfde plan en weten het van elkaar.
We sterven niet volgens hetzelfde plan.
Het loopt anders af;
Ja, omgekeerd, anders.
Bruin gezicht en blauwe ogen, verwijderen we hier.
Jullie in het zuiden, noorden, oosten en westen, vaarwel wij keren huiswaarts!
In de zwarte nacht zie je nog steeds hoog
op duizend toppen sneeuw

John Hacking
23 maart 2024


bronnen:

Bi-Yän-Lu. Meister Yüan-wu’s Niederschrift von der Smaragdenen Felswand. Verfasst auf dem Djia-schan bei Li in Hunan zwischen 1111 und 1115 im Druck erschienen in Sïtschuan um 1300. Verdeutscht und erläutert von Wilhelm Gundert, Vollständige Ausgabe, Frankfurt am Main, Berlin, Wien 1983, (Ullstein), p. 21

Libbrecht, U., Inleiding Comparatieve filosofie IIIB. Wetenschap, Zen en Theologie, Assen 2005 (Van Gorcum) Libbrecht, Ulrich, Ierse meditaties. Naar een nieuw pantheïsme, Antwerpen Apeldoorn 2017, (Garant uitgevers)
pag. 869-893

Wang Wusheng, Celestial realm. The yellow mountains of China, New York 2005, (Abbeville Press Publishers). http://www.wangwusheng.com



Een gedachte over “Natuur

  1. Het westerse denken verloopt spiraalvormig, op weg naar een toppunt, of het besluit van een redenering. Het oosterse denken eerder cirkelvormig: het telkens weer herdenken van begin-eindpunt, iets wat wij dan leegte durven noemen, maar lege ruimte biedt voor het bredere of diepere be-denken. (be- geeft steeds langere duur aan)

    Like

Reacties zijn gesloten.